Antwoord oefeninfarct 3: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 10: | Regel 10: | ||
{{clr}} | {{clr}} | ||
==Antwoord== | ==Antwoord== | ||
Culprit laesie: proximale LAD | Culprit laesie: '''proximale LAD''' | ||
# sinusritme, met 3 keer een VES | # sinusritme, met 3 keer een VES | ||
Regel 20: | Regel 20: | ||
# ST-elevatie V1-V4, AVL. ST-depressie II, III, AVF. De ST-vector staat naar boven gericht. | # ST-elevatie V1-V4, AVL. ST-depressie II, III, AVF. De ST-vector staat naar boven gericht. | ||
* Conclusie: voorwandinfarct op basis van een proximale LAD-occlusie | * Conclusie: '''voorwandinfarct op basis van een proximale LAD-occlusie''' |
Huidige versie van 12 jul 2017 om 03:36
Deze pagina is onderdeel van de Oefen-ecg's
Vorig ecg: Oefeninfarct 2 | Volgend oefen-ecg: Oefeninfarct 4 |
Waar zit het infarct?
Antwoord
Culprit laesie: proximale LAD
- sinusritme, met 3 keer een VES
- ongeveer 80/min.
- normale geleidingstijden
- horizontale hartas
- normale P-top-morfologie
- Q in V1, trage R-topprogressie over de voorwand.
- ST-elevatie V1-V4, AVL. ST-depressie II, III, AVF. De ST-vector staat naar boven gericht.
- Conclusie: voorwandinfarct op basis van een proximale LAD-occlusie