Antwoord oefeninfarct 10: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 7: Regel 7:
'''Waar zit het infarct?'''
'''Waar zit het infarct?'''


[[Image:ami0010.jpg|600px|thumb|left|ECG infarct 10]]
[[Image:ami0010.jpg|600px|thumb|left|Ecg infarct 10]]
{{clr}}
{{clr}}
==Antwoord==
==Antwoord==
Regel 20: Regel 20:
# ST-depressie in V1-V4, hoge R in V2. ST-elevatie in V5, V6. Geringe ST-elevatie in II, III, AVF.
# ST-depressie in V1-V4, hoge R in V2. ST-elevatie in V5, V6. Geringe ST-elevatie in II, III, AVF.


* Conclusie: '''Inferoposterolateraalinfarct op basis van een RCX-occlusie.'''
* Conclusie: '''inferoposterolateraalinfarct op basis van een RCX-occlusie.'''

Huidige versie van 12 jul 2017 om 03:43

Deze pagina is onderdeel van de Oefen-ecg's

Vorig ecg: Oefeninfarct 9 | Volgend oefen-ecg: Oefeninfarct 11

Waar zit het infarct?

Ecg infarct 10


Antwoord

Culprit laesie: RCX

  1. sinusritme
  2. ongeveer 77/min.
  3. normale geleidingstijden
  4. intermediaire hartas
  5. normale P-top-morfologie
  6. geen pathologische Q of LVH. Hoge R in V2, V3.
  7. ST-depressie in V1-V4, hoge R in V2. ST-elevatie in V5, V6. Geringe ST-elevatie in II, III, AVF.
  • Conclusie: inferoposterolateraalinfarct op basis van een RCX-occlusie.