Antwoord oefeninfarct 22: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 6: | Regel 6: | ||
}} | }} | ||
'''Waar zit het infarct?''' | '''Waar zit het infarct?''' | ||
[[Afbeelding:KJcasus13.jpg|thumb|600px|left| Beschrijf het | [[Afbeelding:KJcasus13.jpg|thumb|600px|left| Beschrijf het ecg]] | ||
{{clr}} | {{clr}} | ||
==Antwoord== | ==Antwoord== | ||
* Beschrijf het eerste | * Beschrijf het eerste ecg volgens het 7+2-stappenplan | ||
**Ritme | **Ritme | ||
***'''Het is een regulair ritme. Er zijn normale | ***'''Het is een regulair ritme. Er zijn normale P-toppen. Conclusie: sinusritme.''' | ||
**Hartfrequentie. | **Hartfrequentie. | ||
***'''Gebruik de 'telmethode' (~> 300-150-100-75-60), dus ongeveer 60/min.''' | ***'''Gebruik de 'telmethode' (~> 300-150-100-75-60), dus ongeveer 60/min.''' | ||
**Geleidingstijden (PQ,QRS,QT) | **Geleidingstijden (PQ, QRS, QT) | ||
***'''PQ-tijd=0 | ***'''PQ-tijd = 0,30 sec., QRS-duur = 0,10 sec., QTc-tijd = 410 ms. Iedere P-top wordt gevolgd door een QRS, maar de PQ-tijd is > 0,20 sec., er is dus sprake van een [[AV_geleiding|eerstegraads-AV-blok]].''' | ||
**Hartas | **Hartas | ||
***'''Vrijwel iso- | ***'''Vrijwel iso-elektrisch in I, positief in II, III en AVF. Verticaal dus.''' | ||
**P top morfologie | **P-top-morfologie | ||
***'''Normale | ***'''Normale P-top-morfologie''' | ||
**QRS morfologie | **QRS-morfologie | ||
***'''Smalle q's in de | ***'''Smalle q's in de onderwandcomplexen. Complex V3 is afwijkend. Dit is afleiding V4R. Dit is dus een ambulance-ecg, waarbij afleiding V3 op de plek van V4R is gezet.''' | ||
**ST morfologie | **ST-morfologie | ||
***'''ST elevatie in II, III, AVF, V4R, V5 en V6. Reciproke ST depressie in I, V1-V2, AVR''' | ***'''ST-elevatie in II, III, AVF, V4R, V5 en V6. Reciproke ST-depressie in I, V1-V2, AVR''' | ||
** | **Vergelijking met het oude ecg (niet voorhanden, dus overslaan) | ||
** | **Conclusie. Wat is er aan de hand? | ||
'''Antwoord: acuut | '''Antwoord: acuut inferoposterlateraal infarct. De afsluiting zit proximaal in de rechtercoronairarterie. Argumenten hiervoor zijn:''' | ||
* Elevatie in V4R (pathognomonisch voor de | * Elevatie in V4R (pathognomonisch voor de rechtercoronairarterie) | ||
* ST elevatie in III hoger dan in II | * ST-elevatie in III hoger dan in II | ||
* Sinusbradycardie (teken dat de sinusknooparterie ook slecht doorbloed is en de afsluiting dus waarschijnlijk | * Sinusbradycardie (teken dat de sinusknooparterie ook slecht doorbloed is en de afsluiting dus waarschijnlijk vóór de afsplitsing hiervan zit) | ||
* ST depressie in I | * Eerstegraads-AV-blok | ||
* ST-depressie in I | |||
{{clr}} | {{clr}} |
Huidige versie van 12 jul 2017 om 10:38
Deze pagina is onderdeel van de Oefen-ecg's
Vorig ecg: Oefeninfarct 21 | Volgend oefen-ecg: Oefeninfarct 23 |
Waar zit het infarct?
Antwoord
- Beschrijf het eerste ecg volgens het 7+2-stappenplan
- Ritme
- Het is een regulair ritme. Er zijn normale P-toppen. Conclusie: sinusritme.
- Hartfrequentie.
- Gebruik de 'telmethode' (~> 300-150-100-75-60), dus ongeveer 60/min.
- Geleidingstijden (PQ, QRS, QT)
- PQ-tijd = 0,30 sec., QRS-duur = 0,10 sec., QTc-tijd = 410 ms. Iedere P-top wordt gevolgd door een QRS, maar de PQ-tijd is > 0,20 sec., er is dus sprake van een eerstegraads-AV-blok.
- Hartas
- Vrijwel iso-elektrisch in I, positief in II, III en AVF. Verticaal dus.
- P-top-morfologie
- Normale P-top-morfologie
- QRS-morfologie
- Smalle q's in de onderwandcomplexen. Complex V3 is afwijkend. Dit is afleiding V4R. Dit is dus een ambulance-ecg, waarbij afleiding V3 op de plek van V4R is gezet.
- ST-morfologie
- ST-elevatie in II, III, AVF, V4R, V5 en V6. Reciproke ST-depressie in I, V1-V2, AVR
- Vergelijking met het oude ecg (niet voorhanden, dus overslaan)
- Conclusie. Wat is er aan de hand?
- Ritme
Antwoord: acuut inferoposterlateraal infarct. De afsluiting zit proximaal in de rechtercoronairarterie. Argumenten hiervoor zijn:
- Elevatie in V4R (pathognomonisch voor de rechtercoronairarterie)
- ST-elevatie in III hoger dan in II
- Sinusbradycardie (teken dat de sinusknooparterie ook slecht doorbloed is en de afsluiting dus waarschijnlijk vóór de afsplitsing hiervan zit)
- Eerstegraads-AV-blok
- ST-depressie in I