Geleidingstijden: verschil tussen versies
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 13: | Regel 13: | ||
[[Afbeelding:QRSwaves.jpg|thumb|De PQ-tijd, QRS-duur en het QT-interval]] | [[Afbeelding:QRSwaves.jpg|thumb|De PQ-tijd, QRS-duur en het QT-interval]] | ||
De normale elektrische ontlading van het hart begint in de sinusknoop, die zich boven in het rechteratrium bevindt. Via de atria gaat het signaal naar de AV(atrioventriculaire)-knoop. De AV-knoop geleidt relatief traag. Vervolgens gaat het signaal via de Hisbundel, naar de linker- en rechterbundeltak en uiteindelijk via de Purkinjevezels naar de hartspiercellen van de ventrikels. Op het ecg is de snelheid waarop deze route doorlopen wordt te volgen door naar de geleidingstijden te kijken: de PQ-tijd, de QRS-duur en het QT(c)-interval. | De normale elektrische ontlading van het hart begint in de sinusknoop, die zich boven in het rechteratrium bevindt. Via de atria gaat het signaal naar de AV(atrioventriculaire)-knoop. De AV-knoop geleidt relatief traag. Vervolgens gaat het signaal via de Hisbundel, naar de linker- en rechterbundeltak en uiteindelijk via de Purkinjevezels naar de hartspiercellen van de ventrikels. Op het ecg is de snelheid waarop deze route doorlopen wordt te volgen door naar de geleidingstijden te kijken: de PQ-tijd, de QRS-duur en het QT(c)-interval. | ||
Voor de PQ-tijd wordt bij voorkeur afleiding II of V1 gebruikt. Voor de QT wordt bij voorkeur afleiding II gebruikt. Als alternatief kan V5 gebruikt worden, indien de T-golf niet goed te zien is in II. Voor de QRS-duur wordt de afleiding gebruikt waar deze het breedst is. | Voor de PQ-tijd wordt bij voorkeur afleiding II of V1 gebruikt. Voor de QT wordt bij voorkeur afleiding II gebruikt. Als alternatief kan V5 gebruikt worden, indien de T-golf niet goed te zien is in II. Voor de QRS-duur wordt de afleiding gebruikt waar deze het breedst is. | ||
Regel 22: | Regel 22: | ||
De PQ-tijd geeft aan hoe snel het elektrisch signaal door de AV(atrioventriculaire)-knoop wordt doorgegeven van de atria naar de ventrikels. Er wordt gemeten van het begin van de P-top tot de eerste deflectie van het QRS-complex (kan dus ook de R zijn). | De PQ-tijd geeft aan hoe snel het elektrisch signaal door de AV(atrioventriculaire)-knoop wordt doorgegeven van de atria naar de ventrikels. Er wordt gemeten van het begin van de P-top tot de eerste deflectie van het QRS-complex (kan dus ook de R zijn). | ||
;Normale PQ-tijd :De normale PQ-tijd ligt tussen de 0,12 en 0, | ;Normale PQ-tijd :De normale PQ-tijd ligt tussen de 0,12 en 0,22 seconde | ||
Een verlengde PQ-tijd is een teken van een verslechtering van het geleidingssysteem. Er wordt dan gesproken van een [[Ritmestoornissen#AV-blok|1e-, 2e- of 3e-graads-AV-blok]]. | Een verlengde PQ-tijd is een teken van een verslechtering van het geleidingssysteem. Er wordt dan gesproken van een [[Ritmestoornissen#AV-blok|1e-, 2e- of 3e-graads-AV-blok]]. |
Huidige versie van 13 sep 2021 om 05:28
Vorige stap: Stap 2: Hartfrequentie | Volgende stap: Stap 4: Hartas |
Auteur | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Co-Auteur | P.G. Postema, MD | |
Moderator | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Supervisor | ||
Lees meer over auteurschap op ECGpedia |
De normale elektrische ontlading van het hart begint in de sinusknoop, die zich boven in het rechteratrium bevindt. Via de atria gaat het signaal naar de AV(atrioventriculaire)-knoop. De AV-knoop geleidt relatief traag. Vervolgens gaat het signaal via de Hisbundel, naar de linker- en rechterbundeltak en uiteindelijk via de Purkinjevezels naar de hartspiercellen van de ventrikels. Op het ecg is de snelheid waarop deze route doorlopen wordt te volgen door naar de geleidingstijden te kijken: de PQ-tijd, de QRS-duur en het QT(c)-interval.
Voor de PQ-tijd wordt bij voorkeur afleiding II of V1 gebruikt. Voor de QT wordt bij voorkeur afleiding II gebruikt. Als alternatief kan V5 gebruikt worden, indien de T-golf niet goed te zien is in II. Voor de QRS-duur wordt de afleiding gebruikt waar deze het breedst is.
De PQ-tijd
- PQ-tijd
- De PQ-tijd duurt van het begin van de boezemcontractie tot het begin van de kamercontractie
De PQ-tijd geeft aan hoe snel het elektrisch signaal door de AV(atrioventriculaire)-knoop wordt doorgegeven van de atria naar de ventrikels. Er wordt gemeten van het begin van de P-top tot de eerste deflectie van het QRS-complex (kan dus ook de R zijn).
- Normale PQ-tijd
- De normale PQ-tijd ligt tussen de 0,12 en 0,22 seconde
Een verlengde PQ-tijd is een teken van een verslechtering van het geleidingssysteem. Er wordt dan gesproken van een 1e-, 2e- of 3e-graads-AV-blok.
Een korte PQ-tijd komt voor bij het WPW-syndroom waarbij er naast de normale AV-knoop een tweede snellere verbinding bestaat tussen de atria en de ventrikels.
In het Engels wordt de PQ-tijd aangeduid met het PR-interval. Daarmee wordt hetzelfde bedoeld: van het begin van de P-top tot de eerste deflectie van het QRS-complex.
De QRS-duur
- QRS-duur
- De QRS-duur geeft aan hoe snel de ventrikels depolariseren. De QRS-duur wordt gemeten vanaf het begin van de eerste deflectie na de P-top (positief of negatief) tot aan het J-punt.
- J-punt
- Het J-punt is het punt waar de scherpe deflecties van het QRS-complex overgaan in het ST-segment.
De ventrikels depolariseren normaal gesproken binnen 0,10 seconde. Als ze er 0,12 seconde of langer over doen, spreek je van een geleidingsvertraging (linkerbundeltakblok of rechterbundeltakblok). Een QRS tussen 0,10 seconde en 0,12 seconde kan passen bij milde geleidingsvertraging zoals een linkeranterior-hemiblok of linkerventrikelhypertrofie
Het QT-interval
Het normale QT-interval
.
- QT-interval
- Het QT-interval duurt vanaf het begin van het QRS-complex (zie boven) tot het einde van de T-golf.
- Het einde van de T-golf
- Het einde van de T-golf is het punt waar de steilste raaklijn langs de achterkant van de T-top de basislijn kruist.[1]
De QT-tijd geeft aan hoe lang het duurt tot de ventrikels zijn gerepolariseerd en dus weer klaar zijn voor een nieuwe hartslag. De normaalwaarde voor de gecorrigeerde QT-tijd (QTc) is korter dan 450 ms voor mannen en korter dan 460 ms voor vrouwen. [2]
Het QT-interval omvat het QRS-complex, het ST-segment en de T-golf en vertegenwoordigt ventriculaire depolarisatie en repolarisatie. Een eventuele U-golf is geen onderdeel van de QT-tijd.
Bij een (ernstig) verlengde QT-tijd duurt het lang voordat de hartspiervezels weer klaar zijn voor een nieuwe hartslag. Het kan dan voorkomen dat sommige vezels nog niet gerepolariseerd zijn, terwijl er wel al een hartslag 'aankomt'. Deze vezels kunnen vervolgens op een ongecontroleerd moment gaan depolariseren en zo aanleiding geven tot een Torsade de Pointes, een ventriculaire tachycardie.
Het corrigeren van de QT-tijd voor de frequentie
height=200px|width=400px|</flashow> |
- Het QTc-interval
- Het QTc-interval is het QT-interval gecorrigeerd voor de hartfrequentie. De meest gebruikte formule hiervoor is de Bazett-formule (zie onder).
Het lastige is dat de QT-tijd korter wordt naarmate de hartslag sneller is. Daarom bestaat bij iedere hartfrequentie een eigen maximale QT-tijd. Dit probleem is op te vangen door de QT-tijd te corrigeren voor de hartfrequentie (QTc). Hiervoor wordt over het algemeen de formule van Bazett gebruikt:
Bij een RR-interval van 1 seconde (hartfrequentie 60/min.) is QTc = QT
Met de QTc-calculator op deze pagina is de QTc-tijd makkelijk uit te rekenen.
Op moderne ecg's staat de QTc aangegeven. Het omrekenen van QT naar QTc gaat altijd goed, tenzij de hartfrequentie verkeerd gemeten wordt. Het apparaat maakt wel vaak fouten bij het bepalen van de QT-tijd. Het is dus belangrijk dit te controleren. Als de QT goed is gemeten door het apparaat, zal de QTc ook correct zijn.
Voor de QT-tijd (dus niet gecorrigeerd voor de frequentie) is het lastig om een normaalwaarde aan te geven, aangezien die afhankelijk is van de hartfrequentie. De volgende formule geeft een indicatie voor de normaalwaarde:
Het correct meten van de QT-tijd
Voorbeelden van het meten van een lastige QT-tijd
Oorzaken van een verlengde QT-tijd
- Medicatie (o.a. antiaritmica, tricyclische antidepressiva, phenothiazines, zie Torsades.org)
- Erfelijk lange-QT-syndroom (LQTS)
- Cerebraal (subarachnoïdale bloeding, CVA, trauma)
- Post-infarct
Korte-QT-syndroom
Er bestaat ook een zeldzame vorm van korte-QT-syndroom, waarbij de QTc < 300 ms is. Ook hierbij treedt plotselinge hartdood op.[3]
Referenties
- LEPESCHKIN E and SURAWICZ B. The measurement of the Q-T interval of the electrocardiogram. Circulation. 1952 Sep;6(3):378-88. DOI:10.1161/01.cir.6.3.378 |
- Rautaharju PM, Surawicz B, Gettes LS, Bailey JJ, Childers R, Deal BJ, Gorgels A, Hancock EW, Josephson M, Kligfield P, Kors JA, Macfarlane P, Mason JW, Mirvis DM, Okin P, Pahlm O, van Herpen G, Wagner GS, Wellens H, American Heart Association Electrocardiography and Arrhythmias Committee, Council on Clinical Cardiology, American College of Cardiology Foundation, and Heart Rhythm Society. AHA/ACCF/HRS recommendations for the standardization and interpretation of the electrocardiogram: part IV: the ST segment, T and U waves, and the QT interval: a scientific statement from the American Heart Association Electrocardiography and Arrhythmias Committee, Council on Clinical Cardiology; the American College of Cardiology Foundation; and the Heart Rhythm Society: endorsed by the International Society for Computerized Electrocardiology. Circulation. 2009 Mar 17;119(10):e241-50. DOI:10.1161/CIRCULATIONAHA.108.191096 |
- Gaita F, Giustetto C, Bianchi F, Wolpert C, Schimpf R, Riccardi R, Grossi S, Richiardi E, and Borggrefe M. Short QT Syndrome: a familial cause of sudden death. Circulation. 2003 Aug 26;108(8):965-70. DOI:10.1161/01.CIR.0000085071.28695.C4 |
-
Bazett HC. An analysis of the time-relations of electrocardiograms. Heart 1920;7:353-370.