Pacemakers: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 5: | Regel 5: | ||
|supervisor= | |supervisor= | ||
}} | }} | ||
[[Afbeelding:picture_pacemaker.jpg|thumb|Een gebruikte DDDr pacemaker]] | [[Afbeelding:picture_pacemaker.jpg|thumb|Een gebruikte DDDr-pacemaker]] | ||
[[Afbeelding:paced2.gif|thumb| Ventriculaire pacemakerspikes]] | [[Afbeelding:paced2.gif|thumb| Ventriculaire pacemakerspikes]] | ||
[[afbeelding:Pacemaker2.jpg |thumb| atriaal | [[afbeelding:Pacemaker2.jpg |thumb| atriaal gesenst, ventriculair gepacet ritme]] | ||
[[Image:ddd_paced_12lead.jpg |thumb| DDD | [[Image:ddd_paced_12lead.jpg |thumb| DDD gepacet ritme]] | ||
[[Image:VVI_paced_12lead.png |thumb| 'On demand' ventriculair | [[Image:VVI_paced_12lead.png |thumb| 'On demand' ventriculair gepacet ritme]] | ||
Een pacemaker worden geïmplanteerd als de pulsvorming of pulsgeleiding van het hart gestoord is. '''Pacemakerritme''' is op het | Een pacemaker worden geïmplanteerd als de pulsvorming of pulsgeleiding van het hart gestoord is. '''Pacemakerritme''' is op het ecg te herkennen aan '''pacemakerspikes''', verticale lijntjes die de elektrische pulsen van de pacemaker weergeven. Deze zijn over het algemeen bij unipolaire pacing duidelijker zichtbaar dan bij bipolaire pacing. | ||
In het eerste voorbeeld rechts worden de atria | In het eerste voorbeeld rechts worden de atria gepacet, zodat het QRS pas volgt nadat het signaal door de AV-knoop vertraagd is. In het tweede voorbeeld worden de ventrikels direct gepacet. Aangezien dit vrijwel altijd in de rechterventrikel gebeurt, heeft het QRS-complex een LBTB-patroon als in de apex wordt gepacet. Ligt de lead in het septum of RVOT, dan kan het QRS-complex ook licht verbreed tot vrijwel normaal zijn. | ||
==Pacemakercodering== | ==Pacemakercodering== | ||
Pacemakers worden vaak aangeduid met een NASPE code, die bestaat uit 3-5 letters. | Pacemakers worden vaak aangeduid met een NASPE-code, die bestaat uit 3-5 letters. | ||
{| class="wikitable" | {| class="wikitable" | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
! I || II || III || IV || V | ! I || II || III || IV || V | ||
|- | |- | ||
| | | Gepacete kamer || Sense kamer || Reactie op sense || Rate modulation || Multisite pacing | ||
|- | |- | ||
| O = None || O = None || O = None || O = None || O = None | | O = None || O = None || O = None || O = None || O = None | ||
Regel 34: | Regel 34: | ||
==Veel voorkomende typen pacemakers:== | ==Veel voorkomende typen pacemakers:== | ||
* '''AAI''': de pacemaker pacet in de boezem als het ritme daar te traag wordt. Wordt toegepast bij Sick Sinus Syndrome en intacte AV-geleiding. | * '''AAI''': de pacemaker pacet in de boezem als het ritme daar te traag wordt. Wordt toegepast bij Sick Sinus Syndrome en intacte AV-geleiding. | ||
* '''VVI''': de pacemaker pacet in de ventrikel als het ritme daar te traag wordt. Bij | * '''VVI''': de pacemaker pacet in de ventrikel als het ritme daar te traag wordt. Bij chronisch atriumfibrilleren met trage of ontbrekende voortgeleiding of na AV-knoopablatie. | ||
* '''VDD''': de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of de ventrikel, maar kan alleen in de ventrikel pacen. Effectief in geval van gezonde sinusknoop met gestoorde of ontbrekende AV-geleiding. | * '''VDD''': de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of de ventrikel, maar kan alleen in de ventrikel pacen. Effectief in geval van gezonde sinusknoop met gestoorde of ontbrekende AV-geleiding. | ||
* '''DDD''': de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of de ventrikel en kan in beide compartimenten pacen | * '''DDD''': de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of in de ventrikel en kan in beide compartimenten pacen | ||
* '''AAIR''', '''VVIR''', '''DDDR''': zie boven, deze pacemakers kunnen ook | * '''AAIR''', '''VVIR''', '''DDDR''': zie boven, deze pacemakers kunnen ook lichamelijke activiteit detecteren en de hartfrequentie aanpassen. Dit kan bijvoorbeeld m.b.v. accelerometer (counts a.g.v. beweging) of op basis van gemeten QT-tijd (fysiologisch) of AMV (ademminuutvolume). | ||
* Biventriculaire pacemakers ('''CRT-P'''): leads in beide ventrikels om synchronie tussen de beide kamers te optimaliseren. Bijvoorbeeld bij een | * Biventriculaire pacemakers ('''CRT-P'''): leads in beide ventrikels om synchronie tussen de beide kamers te optimaliseren. Bijvoorbeeld bij een linkerbundeltakblok of hartfalen. Dit is in het kader van CRT (cardiac resynchronisation therapy) | ||
* [[ICD]] (Internal Cardioverter Defibrillator): is in staat [[ventrikeltachycardie]]/[[ventrikelfibrilleren]] te detecteren en te behandelen. | * [[ICD]] (Internal Cardioverter Defibrillator): is in staat [[ventrikeltachycardie]]/[[ventrikelfibrilleren]] te detecteren en te behandelen. | ||
* Biventriculaire pacemakers in combinatie met ICD ('''CRT-D''') | * Biventriculaire pacemakers in combinatie met ICD ('''CRT-D''') | ||
==Externe | ==Externe links== | ||
[http://www.hrsonline.org/swPositionStatementFiles/ps101036428.asp Heart Rhytm Society] | [http://www.hrsonline.org/swPositionStatementFiles/ps101036428.asp Heart Rhytm Society] | ||
Huidige versie van 10 jul 2017 om 18:26
Auteur | J.S.S.G. de Jong | |
Co-Auteur | ||
Moderator | J.S.S.G. de Jong | |
Supervisor | ||
Lees meer over auteurschap op ECGpedia |
Een pacemaker worden geïmplanteerd als de pulsvorming of pulsgeleiding van het hart gestoord is. Pacemakerritme is op het ecg te herkennen aan pacemakerspikes, verticale lijntjes die de elektrische pulsen van de pacemaker weergeven. Deze zijn over het algemeen bij unipolaire pacing duidelijker zichtbaar dan bij bipolaire pacing.
In het eerste voorbeeld rechts worden de atria gepacet, zodat het QRS pas volgt nadat het signaal door de AV-knoop vertraagd is. In het tweede voorbeeld worden de ventrikels direct gepacet. Aangezien dit vrijwel altijd in de rechterventrikel gebeurt, heeft het QRS-complex een LBTB-patroon als in de apex wordt gepacet. Ligt de lead in het septum of RVOT, dan kan het QRS-complex ook licht verbreed tot vrijwel normaal zijn.
Pacemakercodering
Pacemakers worden vaak aangeduid met een NASPE-code, die bestaat uit 3-5 letters.
I | II | III | IV | V |
---|---|---|---|---|
Gepacete kamer | Sense kamer | Reactie op sense | Rate modulation | Multisite pacing |
O = None | O = None | O = None | O = None | O = None |
A = Atrium | A = Atrium | T = Triggered | R = Rate modulation | A = Atrium |
V = Ventrikel | V = Ventrikel | I = Inhibited | V = Ventrikel | |
D = Dual (A+V) | D = Dual (A+V) | D = Dual (T+I) | D = Dual (A+V) |
Veel voorkomende typen pacemakers:
- AAI: de pacemaker pacet in de boezem als het ritme daar te traag wordt. Wordt toegepast bij Sick Sinus Syndrome en intacte AV-geleiding.
- VVI: de pacemaker pacet in de ventrikel als het ritme daar te traag wordt. Bij chronisch atriumfibrilleren met trage of ontbrekende voortgeleiding of na AV-knoopablatie.
- VDD: de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of de ventrikel, maar kan alleen in de ventrikel pacen. Effectief in geval van gezonde sinusknoop met gestoorde of ontbrekende AV-geleiding.
- DDD: de pacemaker detecteert of er depolarisatie plaatsvindt in het atrium of in de ventrikel en kan in beide compartimenten pacen
- AAIR, VVIR, DDDR: zie boven, deze pacemakers kunnen ook lichamelijke activiteit detecteren en de hartfrequentie aanpassen. Dit kan bijvoorbeeld m.b.v. accelerometer (counts a.g.v. beweging) of op basis van gemeten QT-tijd (fysiologisch) of AMV (ademminuutvolume).
- Biventriculaire pacemakers (CRT-P): leads in beide ventrikels om synchronie tussen de beide kamers te optimaliseren. Bijvoorbeeld bij een linkerbundeltakblok of hartfalen. Dit is in het kader van CRT (cardiac resynchronisation therapy)
- ICD (Internal Cardioverter Defibrillator): is in staat ventrikeltachycardie/ventrikelfibrilleren te detecteren en te behandelen.
- Biventriculaire pacemakers in combinatie met ICD (CRT-D)
Externe links
Referenties
- Bernstein AD, Daubert JC, Fletcher RD, Hayes DL, Lüderitz B, Reynolds DW, Schoenfeld MH, and Sutton R. The revised NASPE/BPEG generic code for antibradycardia, adaptive-rate, and multisite pacing. North American Society of Pacing and Electrophysiology/British Pacing and Electrophysiology Group. Pacing Clin Electrophysiol. 2002 Feb;25(2):260-4. DOI:10.1046/j.1460-9592.2002.00260.x |