Ventrikeltachycardie: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Opeenvolging van 3 of meer ventriculaire slagen. De frequentie moet hoger zijn dan 100/min, meestal 150-250 per/min. | |||
Een ventrikeltrachycardie ontstaat vaak rond een litteken in het hart of bij electrolytenstoornissen of ischemie. Het komt vaak voor bij oudere patiënten die in het verleden een hartinfarct hebben gehad (en dus een litteken). Tijdens een ventrikeltachycardie pompt het hart vaak slechter dan tijdens sinusritme. Dan ontstaat hypotensie en een bewustzijnsdaling. Een ander probleem is dat een VT kan overgaan in [[#Ventrikelfibrilleren|ventrikelfibrilleren]], waarbij het hart helemaal niet meer pompt. | |||
Ventrikeltachycardie kan als volgt ingedeeld worden: | |||
*'''Non-sustained VT''': Drie of meer ventriculaire slagen met een maximale duur van 30 seconde. | |||
*'''Non-sustained VT''': | *'''Sustained VT''': Een ventrikeltachycardie die langer dan 30 seconde duurt (of die binnen 30 seconde beëndigt is door middel van een electrische schok, omdat de bloeddruk wegviel) | ||
*'''Sustained VT''': | *'''Monomorphic VT''': Alle ventriculaire slagen hebben dezelfde configuratie. | ||
*'''Monomorphic VT''': | |||
*'''Polymorphic VT''': the ventricular beats have a changing configuration. The RR interval is 180-600 ms (comparable to a heart rate of 100-333 bpm). | *'''Polymorphic VT''': the ventricular beats have a changing configuration. The RR interval is 180-600 ms (comparable to a heart rate of 100-333 bpm). | ||
*'''Biphasic VT''': | *'''Biphasic VT''': De ventriculaire slagen veranderen van configuratie van complex tot complex. Het RR interval (cycluslengte) tussen de slagen is 180-600 ms (komt overeen met een frequentie van 100-333 slagen / min). | ||
<gallery caption="Voorbeeld-ECG's van ventrikeltachycardie"> | <gallery caption="Voorbeeld-ECG's van ventrikeltachycardie"> | ||
Image:12lead_vt1.jpg|Ventrikeltachycardie van 140 / min met een linker bundeltakblok configuratie en linker hartas. | Image:12lead_vt1.jpg|Ventrikeltachycardie van 140 / min met een linker bundeltakblok configuratie en linker hartas. | ||
</gallery> | </gallery> |
Versie van 12 aug 2007 13:27
Dit is onderdeel van het hoofdstuk: Ventriculaire ritmestoornissen |
Opeenvolging van 3 of meer ventriculaire slagen. De frequentie moet hoger zijn dan 100/min, meestal 150-250 per/min.
Een ventrikeltrachycardie ontstaat vaak rond een litteken in het hart of bij electrolytenstoornissen of ischemie. Het komt vaak voor bij oudere patiënten die in het verleden een hartinfarct hebben gehad (en dus een litteken). Tijdens een ventrikeltachycardie pompt het hart vaak slechter dan tijdens sinusritme. Dan ontstaat hypotensie en een bewustzijnsdaling. Een ander probleem is dat een VT kan overgaan in ventrikelfibrilleren, waarbij het hart helemaal niet meer pompt.
Ventrikeltachycardie kan als volgt ingedeeld worden:
- Non-sustained VT: Drie of meer ventriculaire slagen met een maximale duur van 30 seconde.
- Sustained VT: Een ventrikeltachycardie die langer dan 30 seconde duurt (of die binnen 30 seconde beëndigt is door middel van een electrische schok, omdat de bloeddruk wegviel)
- Monomorphic VT: Alle ventriculaire slagen hebben dezelfde configuratie.
- Polymorphic VT: the ventricular beats have a changing configuration. The RR interval is 180-600 ms (comparable to a heart rate of 100-333 bpm).
- Biphasic VT: De ventriculaire slagen veranderen van configuratie van complex tot complex. Het RR interval (cycluslengte) tussen de slagen is 180-600 ms (komt overeen met een frequentie van 100-333 slagen / min).