Ritme
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Dit stuk gaat over het normale ECG. Het normale hartritme is sinusritme. Dat wil zeggen dat het ritme zijn oorsprong heeft in de sinusknoop, de snelste fysiologische impulsgenerator van het hart.
De sinusknoop (SA) bevindt zich in het dak van het rechter atrium. Als de sinusknoop vuurt depolariseert eerst het rechter atrium, dan het linker atrium, vervolgens de AV (atrioventriculaire) knoop en via de bundel van HIS en het geleidingssysteem worden de ventrikels vervolgens gestimuleert.
Met deze kennis is het vrij eenvoudig om sinusritme te herkennen op het ECG.
De eigenschappen van normaal sinusritme (zie ook Grondbeginselen):
- Een p top (boezemcontractie) gaat vooraf aan het QRS complex
- Op iedere p top volgt een QRS complex
- Het ritme is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling
- De frequentie ligt tussen de 60 en 100 / minuut.
- De maximale hoogte van de p top is 2,5 mm in II en / of III
- De p top is positief in I en II, en bifasisch in V1
Deze laatste twee definities komen aan bod in het hoofdstukje p top morfologie.
Hartritmes die geen sinusritme zijn komen aan bod in het hoofdstuk ritmestoornissen.