Hartas
Vorige stap: Stap 3: Geleidingstijden | Volgende stap: Stap 5: P top morfologie |
Auteur | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Co-Auteur | ||
Moderator | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Supervisor | ||
Lees meer over auteurschap op ECGpedia |
De elektrische hartas is een middeling van alle ontladingen in het hart. De ontlading begint in de atria (boven) en gaat vervolgens naar beneden naar de rechter en linker ventrikel. Omdat de linker ventrikelwand dikker is dan de rechter, staat de pijl van de gemiddelde ontlading iets meer naar links.
Veel mensen vinden dit een moeilijk concept. De theorie lijkt ook ingewikkeld, maar uiteindelijk is de praktijk heel eenvoudig.
De hartas simulator
height=350px|width=600px|</flashow> |
De hartassimulator, gemaakt door Bart Duineveld. Draai aan de hartas-pijl en zie hoe de QRS complexen veranderen. Link naar het origineel voor gebruik in presentaties of een schermvullende vertoning. |
Het bepalen van de elektrische hartas
height=350px|width=350px|</flashow> |
De hartas verandert snel gedurende de P-QRS-T cyclus. Als we over 'Dé Hartas' spreken, spreken we over de gemiddelde hartas. |
Als je alle elektrische signalen in het hart middelt, kan je met een pijl (vector) de gemiddelde elektrische ontlading aangeven. Dit is de hartas. Met name een verandering van de hartas of een extreme draai van de hartas kan een aanwijzing zijn voor problemen. Een normale hartas sluit problemen zeker niet uit!
Bijvoorbeeld:
- Positieve QRS deflectie in afleiding I: de electrische activiteit wijst naar links (voor de patient)
- Positieve QRS deflectie in afleiding AVF: de electrische activiteit wijst naar beneden.
Samen is dit voldoende informatie om te weten dat de hartas normaal is! Je hoeft meestal dus alleen naar 2 afleidingen te kijken!
De grootste vector in het hart loopt van de AV-knoop in de richting van de kamerdepolarisatie. Deze wijst dus onder normale omstandigheden naar linksonder (in de richting van de afleiding II, maar dus ook in de richting van I en AVF). De positie van de ORS vector kan in graden worden uitgedrukt. Hiertoe maakt men gebruik van een cirkel geprojecteerd op de borstkast (zie figuur). Het midden van de cirkel is de AV-knoop. Een horizontale lijn naar de linker arm is gedefinieerd als 0 graden.
- Een normale hartas
- Een normale hartas ligt tussen de -30 en +90 graden.
Met deze kennis in het achterhoofd is het vrij eenvoudig om de electrische hartas te bepalen.
- Een intermediaire hartas
- Indien de QRS deflectie in I en II positief is, is er sprake van een intermediaire en dus normale hartas. Een intermediaire hartas ligt tussen de 0 en +60 graden.
Dus als er een positieve uitslag is in I en II hoef je niet verder te kijken! De hartas is dan normaal.
De interpretatie van de elektrische hartas kent een aantal makkelijk te onthouden regeltjes:
- De elektrische activiteit beweegt zich naar een elektrode toe, als er een positieve, naar boven gerichte uitslag op het ECG wordt geregistreerd. Als het oppervlak van het positieve deel van het QRS complex groter is dan het negatieve deel, dan wijst de vector in de richting van de desbetreffende afleiding.
- Zijn het positieve en negatieve deel even groot, dan is de afleiding iso-electrisch. De richting van de hartas staat dan dwars op de richting van de desbetreffende afleiding.
- Is het negatieve deel groter dan het positieve deel, dan staat de hartas de andere kant op dan die van de desbetreffende afleiding.
Definities van de richtingen waarin de hartas kan wijzen:
- Linker as
- de hartas staat tussen -30º en -90º
- Normale as
- de hartas staat tussen -30º en 90º
- Intermediaire as
- de hartas staat tussen 0º en 90º
- Rechter as
- de hartas staat tussen 90º en -180º
- Extreme as
- de hartas staat tussen -90º en -180º (Dit is zeldzaam. Kan onder andere voorkomen bij een ventrikeltachycardie of biventriculair gepaced ritme)
- Onbepaalde hartas
- als alle extremiteitsafleidingen min of meer bifasisch zijn, staat de hartas naar voren of achteren gericht. De hartas is dan niet te bepalen: een onbepaalde hartas
Bijvoorbeeld:
Het QRS in afleiding I zal bij een rechter asdraaing naar rechtsonder een negatieve uitslag registreren. De vector wijst namelijk niet in de richting van van de electrode. Bekijk je het QRS echter in de AVF afleiding dan zal deze positief zijn. Hier wijst de vector wel in de richting van de electrode.
Afwijkende hartas
De richting van de vector kan onder verschillende omstandigheden veranderen:
- Is het hart fysiek gedraaid en wijst deze dus niet meer naar linksonder dan draait de hartas in dezelfde richting als het hart mee. Bijv. het hart wijst naar rechts dan is de ORS-vector ook naar rechts gelocaliseerd.
- In het geval van een hypertrofisch hart, zal door grotere elektrische activiteit de vector in die richting meedraaien (naar hypertrofisch weefsel toe).
- Het omgekeerde geldt voor weefsel dat is geinfarceerd. Hier worden namelijk geen elektrische prikkels meer voortgeleid. Dit weefsel draagt niet meer bij aan het ontstaan van vectoren. De QRS-vector draait dan van het geinfarceerde weefsel af.
- Bij geleidingsproblemen draait de hartas ook vaak. Stel dat de rechter kamer, later depolariseert dan de linker door een vertraging in het geleidingsweefsel van de rechter kamer. Als de linker kamer klaar is met contraheren is de rechter nog bezig. Het signaal van de linker kamer maskeert nu niet meer dat van de rechter. Alle nog aanwezige electrische activiteit gaat naar rechts en de hartas draait dus ook naar rechts.
Een linker hartas
Oorzaken van een linker hartas zijn onder andere:
- Normale variant (fysiologisch, vaak bij oudere leeftijd)
- Linker anterior hemiblok
- Mechanische draaiing van het hart, zoals bij expiratie, hoogstand van het diafragma (zwangerschap, ascites, buiktumor)
- Linker ventrikelhypertrofie
- Linker bundeltakblok
- Congenitale hartziekte (bijvoorbeeld een atriumseptum defect)
- Longemphyseem
- Hyperkaliemie
- Ventriculaire ectopische ritmes, zoals AIVR
- Preexcitatie
- Onderwandinfarct
- Pacemakerritme
Een rechter hartas
Oorzaken van een rechter hartas zijn onder andere:
- Normale variant (verticale as rond de 90º)
- Mechanische draaiing van het hart, zoals bij inspiratie en longemphyseem
- Rechter ventrikelhypertrofie
- Rechter bundeltakblok
- Linker posterior fascikelblok
- Rechter ventrikelbelasting, bijvoorbeeld bij longembolie of cor pulmonale (zoals bij COPD)
- Atriumseptumdefect, ventrikelseptumdefect
- Preexcitatie
- Lateraal myocardinfarct
- Dextrocardie
- Ventriculaire ectopische ritmes, zoals AIVR