Ischemie
Criteria voor doorgemaakt myocardinfarct
Q >0,04 sec of Q >0,03 sec. mits Q >1/3 R in I II aVF V2V3V4V5of V6; Q >0,04 sec in aVL mits R aldaar >3 mm; Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in aVF; QS in V2V3V4V5 of V6mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; QS in V1 t/m V3; QS in V1 en V2 mits geen LVH; QS in II; R-afname tot 2 mm of minder tussen V1-V2 of V2-V3 of V3-V4
(voor het stellen van de diagnose doorgemaakt myocardinfarct is de aanwezigheid van 1 van bovenstaande criteria voldoende).
Infarctlokalisatie
- voorwand:
pathologische Q in de precordiale afleidingen V2 t/m V4V5;
- septaal:
pathologische Q in V1en V2met afwezige septum-Q in V5 en V6;
- lateraal:
pathologische Q in I, aVL en V6;
- onderwand:
pathologische Q in II, III en aVF;
- achterwand:
R in V1 > S in V1; R in V1 >0,04 sec; positieve T in V1