Een Actiepotentiaal

Een individuele hartcel spant zich aan wanneer er calcium-ionen naar binnen stromen. Maar deze calcium-ionen moeten ook weer naar buiten, anders zou de cel aangespannen blijven. Iedere hartslag opnieuw worden er ionen naar binnen gelaten en weer naar buiten gepompt door ion-kanalen op de hartspiercel.

Dit proces wordt in gang gezet door een doorgegeven electrisch signaal van de naburige cellen. Als reactie hierop, depolariseert de hartcel. Hierbij maakt hij ook zelf een electrisch signaal, de actiepotentiaal.

Deze actiepotentiaal bestaat uit een aantal fasen;

  • Fase 4, ook wel de rustfase. Het membraanpotentiaal; -90mV
  • Fase 0, Snelle natrium kanalen worden geopend en natrium stroomt de cel in (depolarisatie). Dit zorgt voor de snelle upstroke.
  • Fase 1, Kalium stroomt de cel uit (efflux) wat ervoor zorgt dat het membraanpotentiaal zichzelf herstelt naar 0mV
  • Fase 2, ook wel de plateaufase Deze fase wordt gekenmerkt door kalium efflux en calicium influx (de cel in).
  • Fase 3, De kalium efflux overschrijdt de calcium influx. De membraanpotentiaal herstelt zich weer tot 90mV (repolarisatie).

Een actiepotentiaal afgeleid aan 1 hartspiercel ziet er daardoor als volgt uit:

 

Voor de liefhebbers hieronder een overzicht van alle ionstromen die tijdens 1 hartspiercel depolarisatie en repolarisatie plaatsvinden.

 

Doordat aan elkaar grenzende hartspiercellen depolariseren, ontstaat er een soort domino-effect in de vorm van een depolarisatiegolf. Deze depolarisatiegolf wordt geregistreerd op het ECG.