Auteur J.S.S.G. de Jong
Co-Auteur {{{coauthor}}}
Moderator J.S.S.G. de Jong
Supervisor
Lees meer over auteurschap op ECGpedia

Naast de sinusknoop zijn er andere gebieden in het hart die de pacemakerfunctie kunnen overnemen, wanneer de normale prikkelvorming niet goed werkt of uitvalt. Deze gebieden worden potentiële of ectopische pacemakers genoemd. Pacemakeractiviteit kan uit de atria (60-80), AV-knoop (40-60) en uit de ventrikels (20-40) komen. Wanneer de op dat moment dominante pacemaker (normaal de SA-knoop) langzamer vuurt dan normaal dan zal de automaciteit door een sneller vurend ectopische foci worden overgenomen. Soms vuren hartcellen ook spontaan. Dat kan een extra hartslag veroorzaken, die 'tussendoor' of 'extra' komt. Afhankelijk van de oorsprong zijn het boezemextrasystoles of ventrikelextrasystoles.

Een boezemextrasystole met een noncompensatoire pauze.
Een ventrikelextrasystole met een compensatoire pauze
Ectopische pacemakers
Celltype Frequentie QRS breedte(*) ritme
Sinusknoop (niet ectopisch) 60-100 /min smal sinusritme
Atriaal 55-60 /min smal atriaal ritme
AV nodale ectopische pacemaker 45-50 /min smal nodaal ritme
His bundel 40-45 /min smal
Bundeltak 40-45 /min smal of breed
Purkinje cellen 35-40 /min breed
Ventrikelcellen 30-35 /min breed idioventriculair ritme

(*) De QRS breedte kan alleen smal zijn als het distale geleidingssysteem normaal is (dus geen linker of rechter bundeltakblok)

Compensatoire of non-compensatoire pauze

De duur van de pauze die ontstaat na een extrasystole kan helpen bij het onderscheid tussen een ventrikelextrasystole en een boezemextrasystole.

Wanneer sinusknoop van buiten geactiveerd wordt door een boezemextrasystole, volgt er een reset van de pacemakercellen in de sinusknoop. Bij een frequentie van bijvorbeeld 60/min, gaan de pacemakercellen 1 seconde na de reset weer vuren, zoals ze ook gewend waren te doen vóór de reset. De tijd tussen de extra slag en het volgende QRS complex is in dit voorbeeld dus 1 seconde. Het geheel van normale slag - extra slag - normale slag is korter dan wanneer je gewoon drie sinusslagen achter elkaar hebt, dit heet een non-compensatoire pauze en is dus een kenmerk van een boezemextrasystole.

Bij een ventrikelextrasystole geleid het signaal over het algemeen niet terug via de AV knoop naar de boezems. De pacemakercellen in de boezems worden dus niet gereset. Het eerstvolgende sinussignaal valt op een moment dat de kamers nog bezig zijn met de ventrikelextrasystole, pas de slag daarna wordt weer voortgeleid. De tijd tussen de ventrikelextraystole en de volgende slag is dus langer! Dit heet een compensatoire pauze. Het oorspronkelijke sinusritme is gewoon door te passeren voorbij de ventrikelextraystole. Dit is dus en kenmerk van een ventrikelextrasystole zonder retrograde geleiding.

Voorbeelden van ritmestoornissen door ectopische complexen