Achterwandinfarct

Versie door Ivos (overleg | bijdragen) op 3 jul 2017 om 22:53
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Dit is onderdeel van het hoofdstuk: Ischemie

Een achterwandinfarct wordt gekenmerkt door hoge R-toppen met ST-depressie in V1-V3.

Posteriorinfarct door afsluiting van de RCA
Een acuut posteriorinfarct op een doorsnede door het hart.
Een inferoposteriorinfarct
(zelfde patiënt). Rechts uitgepoold V3R-V6R. V4R is geëleveerd
(zelfde patiënt). Naar achteren uitgepoold. V1-3 zijn vervangen door V7-9. Ook daar is duidelijk elevatie te zien.

De achterwand (posterior) wordt meestal door de RCA van bloed voorzien (80%, bij ongeveer 20% vanuit de RCX). Omdat er normaal gesproken geen ecg-afleidingen naar de achterwand kijken, zijn er normaal ook geen afleidingen waar de ST-elevatie te zien is die hierbij hoort. De ST-depressies in V1-V3 zijn dus eigenlijk gespiegelde ST-elevaties en de hoge R-toppen weerspiegelen de Q-golven van het infarct. Om toch zeker te zijn dat het om een posteriorinfarct gaat wordt er wel eens doorgepoold met V7, V8 en V9. Deze afleidingen worden dan horizontaal vanaf V6 doorgepoold naar de rug en tonen vaak wel de ST-elevatie bij een posteriorinfarct.