Overige: verschil tussen versies

313 bytes toegevoegd ,  22 sep 2006
k
Regel 111: Regel 111:


==ECG uitingen van cerebrale aandoeningen==
==ECG uitingen van cerebrale aandoeningen==
In 1938 publiceerde Aschenbrenner dat repolaristaiestoornissen kunnen optrden bij intracraniële drukverhoging. Sindsdien zijn er veel publicaties verschenen waarbij ECG afwijkingen zijn beschreven bij aandoeningen van het centrale zenuwstelsel.  
In 1938 publiceerde Aschenbrenner dat repolaristatiestoornissen kunnen optreden bij intracraniële drukverhoging. Sindsdien zijn er veel publicaties verschenen waarbij ECG afwijkingen zijn beschreven bij aandoeningen van het centrale zenuwstelsel.  


De ECG afwijkingen die zijn beschreven zijn: ST-elevaties, ST depressie, T-top veranderingen, waarbij diepe negatieve T's over de precordiale afwijkingen het meest frequent worden beschreven, en een verlengde QT-tijd. Deze afwijkingen worden frequent beschreven bij subarachnoïdale bloedingen, maar ook bij subdurale hematomen, ischemische CVA's, hersentumoren, Guillain Barre, epilepsie en bij migraine.
De ECG afwijkingen die zijn beschreven zijn: ST-elevaties, ST-depressie, T-top veranderingen, waarbij diepe negatieve T's over de precordiale afwijkingen het meest frequent worden beschreven, en een verlengde QT-tijd.
 
Deze afwijkingen worden frequent beschreven bij subarachnoïdale bloedingen (SAB) (indien serieel gemeten is bij bijna iedere SAB-patiënt op tenminste 1 ECG een afwijkingen te zien), maar ook bij subdurale hematomen, ischemische CVA's, hersentumoren, Guillain Barre, epilepsie en bij migraine. De ECG afwijkingen zijn over het algemeen reversibel en hebben beperkte prognostische waarde. Toch kunnen de repolarisatieafwijkingen gepaard gaan met myocardschade en echocardiografgiosche afwijkingen.


==Contusio cordis==
==Contusio cordis==