Ventrikeltachycardie: verschil tussen versies

geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:


Opeenvolging van 3 of meer ventriculaire slagen. De frequentie moet hoger zijn dan 100/min, meestal 150-250 per/min.  
Opeenvolging van 3 of meer ventriculaire slagen. De frequentie moet hoger zijn dan 100/min, meestal 150-250 per/min.  
Een ventrikeltrachycardie ontstaat vaak rond een litteken in het hart of bij electrolytenstoornissen of ischemie. Het komt vaak voor bij oudere patiënten die in het verleden een hartinfarct hebben gehad (en dus een litteken). Tijdens een ventrikeltachycardie pompt het hart vaak slechter dan tijdens sinusritme. Dan ontstaat hypotensie en een bewustzijnsdaling. Een ander probleem is dat een VT kan overgaan in [[#Ventrikelfibrilleren|ventrikelfibrilleren]], waarbij het hart helemaal niet meer pompt.
Een ventrikeltrachycardie ontstaat vaak rond een litteken in het hart of bij electrolytenstoornissen of ischemie. Het komt vaak voor bij oudere patiënten die in het verleden een hartinfarct hebben gehad (en dus een litteken). Tijdens een ventrikeltachycardie pompt het hart vaak slechter dan tijdens sinusritme. Dan ontstaat hypotensie en een bewustzijnsdaling. Een ander probleem is dat een VT kan overgaan in [[ventrikelfibrilleren]], waarbij het hart helemaal niet meer pompt.
Ventrikeltachycardie kan als volgt ingedeeld worden:
Ventrikeltachycardie kan als volgt ingedeeld worden:
*'''Non-sustained VT''': Drie of meer ventriculaire slagen met een maximale duur van 30 seconde.
*'''Non-sustained VT''': Drie of meer ventriculaire slagen met een maximale duur van 30 seconde.
5.025

bewerkingen