Grondbeginselen: verschil tussen versies

1 byte toegevoegd ,  8 feb 2009
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 91: Regel 91:
Zie ook enkele voorbeelden op de afdeling rechts.
Zie ook enkele voorbeelden op de afdeling rechts.
[[afbeelding:Qrs-shapes.png|thumb| Voorbeelden van de verschillende vormen die het QRS complex kan aannemen]]  
[[afbeelding:Qrs-shapes.png|thumb| Voorbeelden van de verschillende vormen die het QRS complex kan aannemen]]  
{{clr}}
==De geschiedenis van het ECG==
[[Afbeelding:Einthoven.gif|thumb|100px|left|[[wikipedia:Einthoven|Willem Einthoven (1860-1927), de grondlegger van het huidige ECG]]]]
[[Afbeelding:einthECG1.png|thumb|ECG uit de eerste publicatie van Einthoven. <cite>Einthoven2</cite>]]
[[Afbeelding:stringgalvanometer.jpg|thumb|Einthoven's snaar-galvanometer, nu in het Science Museum in Londen. De patient moest met handen en voeten in zoutbaden zitten, alwaar de electrodes op waren aangesloten. ''Afbeelding van de [http://www.ieee.org/portal/cms_docs_iportals/iportals/aboutus/history_center/conferences/che2004/Landman.pdf IEEE history society]''.]]
De geschiedenis van het ECG gaat ver terug. Op de Engelstalige ECGpedia staat een [http://en.ecgpedia.org/wiki/A_Concise_History_of_the_ECG uitgebreidere beschrijving].
[[wikipedia:Einthoven|Willem Einthoven]] (1860-1927) introduceerde in 1893 de term 'electrocardiogram'. Hij beschreef in '''1895''' hoe hij een galvanometer gebruikte om de electrische activiteit van het hart op te tekenen. In 1924 heeft hij hiervoor de Nobelprijs gekregen als grondlegger van het huidige ECG. Hij sloot zijn 3 electrodes aan op de patient en liet het electrische verschil tussen twee electrodes uitschrijven door een galvanometer. Wij spreken nog steeds van de afleidingen van Einthoven (I, II en III). De snaar galvanometer (zie afbeelding) werd in zijn tijd geroemd als het eerste instrument dat een klinische implicatie had.
In 1905 neemt Einthoven het eerste 'telecardiogram' op vanuit het ziekenhuis naar zijn laboratorium 1,5 km verderop.
In 1906 publiceert Einthoven het eerste artikel waarin een serie (afwijkende) ECG bevindingen worden beschreven: linker en rechter ventrikelhypertrofie, linker en rechter atriumdilatatie, de U golf, notching van het QRS complex, ventriculaire extrasystolen, bigemini, boezemflutter en totaal AV blok. <cite>Einthoven</cite>
{{clr}}
{{clr}}


Regel 189: Regel 176:
*Bij een zogenaamd '''rechts uitgepoold ECG''' behouden V1 en V2 hun plaats. V3 tm V6 worden op dezelfde plaats gezet, maar dan langs de rechterkant van het borstbeen. Op het ECG moet aangegeven worden dat het om een ''Rechts-ECG'' gaat. V4R (V4 maar dan rechts uitgepoold) is een gevoelige afleiding om een rechterkamerinfarct te diagnostiseren. Bij een ECG dat voor de diagnose acuut myocardinfarct gemaakt wordt, wordt in sommige protocollen V3 op positie V4R geplaatst. Dit scheelt tijd en geeft meer informatie, want afleiding V3 laat eigenlijk niets zien dat je niet ook op V2 en V4 kan zien.
*Bij een zogenaamd '''rechts uitgepoold ECG''' behouden V1 en V2 hun plaats. V3 tm V6 worden op dezelfde plaats gezet, maar dan langs de rechterkant van het borstbeen. Op het ECG moet aangegeven worden dat het om een ''Rechts-ECG'' gaat. V4R (V4 maar dan rechts uitgepoold) is een gevoelige afleiding om een rechterkamerinfarct te diagnostiseren. Bij een ECG dat voor de diagnose acuut myocardinfarct gemaakt wordt, wordt in sommige protocollen V3 op positie V4R geplaatst. Dit scheelt tijd en geeft meer informatie, want afleiding V3 laat eigenlijk niets zien dat je niet ook op V2 en V4 kan zien.
*Afleidingen V7-V8-V9 worden gebruikt om een posteriorinfarct aan te tonen. Hierbij wordt doorgepoold ter hoogte van V6 naar de rug. Een posteriorinfarct is meestal ook goed te zien in V2 (maar dan 'op de kop', zie ook het hoofdstuk [[ischemie]]), dus deze afleidingen worden zelden gebruikt.
*Afleidingen V7-V8-V9 worden gebruikt om een posteriorinfarct aan te tonen. Hierbij wordt doorgepoold ter hoogte van V6 naar de rug. Een posteriorinfarct is meestal ook goed te zien in V2 (maar dan 'op de kop', zie ook het hoofdstuk [[ischemie]]), dus deze afleidingen worden zelden gebruikt.
==Technische problemen met het ECG==
[[Afbeelding:Noise_move.png|thumb| Storing doordat de patient beweegt]]
Lees ook het hoofdstuk over [[technische problemen]] zodat je technische storing en draadverwisselingen kan herkennen.
{{clr}}
==Filterinstelling==
Om elektrische storing zoveel mogelijk te beperken is ieder ECG apparaat voorzien van twee filters:
* Een zogenaamd high-pass filter dat lage frequenties wegfiltert die anders een sterke basislijnzwaai zouden geven
* Een low-pass filter dat hoge frequenties wegfiltert die met name ruis geven op het ECG
Afhankelijk van het doel van het ECG kunnen deze filters aangepast worden.
* In de '''monitor modus''' wordt het high-pass filter ingesteld op 0.5-1.0 Hz en het low-pass filter op 40 Hz. Dit is de sterkste filterstand (smalle bandbreedte). Dit is een geschike stand voor ritmebewaking waarbij storing vervelend is en het interpreteren van het ST segment niet zo van belang is. In deze stand zijn hoogfrequente signalen, zoals [[pacemaker|pacemakerspikes]] soms niet te zien.
* In de '''diagnostische modus''' wordt het high-pass filter ingesteld op 0.05 Hz en het low-pass filter op 40, 100 of 150 Hz. Hierdoor zijn ST segmenten betrouwbaarder te interpreteren. Nadeel is dat er makkelijker een basislijnzwaai optreedt en dat de storing van het lichtnet (50 Hz) nu meer invloed heeft.
==Computerinterpretatie==
Veel moderne ECG apparaten printen een computerinterpretatie op het ECG. Helaas is deze interpretatie niet 100% betrouwbaar. De computerinterpretatie wordt door een aantal factoren bepaald:
*De computerinterpetatie maakt gebruik van het (vrijwel) '''ongefilterde signaal''' (filter 0.01-150 Hz). De computer maakt dus gebruik van een signaal dat veel gevoeliger is voor storing en dat niet hetzelfde is als hetgeen dat op het papier geprint wordt. De storing die de computer ziet, hoeft dus niet zichtbaar te zijn op het geprinte ECG. Hierdoor is het extra belangrijk dat storing vermeden wordt (zie [[#Adviezen_om_een_technisch_goed_ECG_te_maken|bovenstaande lijst met tips]]).
*De computer is voorzichtig afgesteld en geeft vaak een '''worst case diagnose'''. ST elevatie heeft bijvoorbeeld een uitgebreid aantal oorzaken, waarvan sommige niet ernstig zijn. De computer zal echter al snel 'myocardinfarct' aangeven, omdat dat de gevaarlijkste optie is.
*De computer is over het algemeen '''goed''' in het meten van tijden: de [[PQ tijd]], [[Geleidingstijden_%28PQ%2CQRS%2CQT%29#De_QRS_duur|QRS duur]], [[hartfrequentie]] en [[hartas]] kloppen vrijwel altijd. Soms telt hij dubbel, bijvoorbeeld bij hoge T golven.
*De computer is '''redelijk goed''' in het onderscheiden van [[sinusritme]], [[boezemfibrilleren]] en [[AV_geleiding|geleidingsstoornissen]] (sensitiviteit 75-98%, specificiteit >91%)
*De computer is '''niet goed''' in het interpreteren van de QT tijd en van diagnosen als een [[myocardinfarct]] (sensitiviteit 65%, specificiteit 98%)
*De computer heeft '''beperkte rekencapaciteit'''. In theorie is het misschien mogelijk een perfect algoritme voor ECG interpretatie te maken, maar een dergelijk algoritme 'past' niet in een ECG apparaat.
*De computer '''ziet de patient niet'''. Het verhaal van de patient (bijvoorbeeld wel of geen pijn op de borst, wel of geen hypertensie) kan enorme invloed hebben op de interpretatie van een ECG. Een computer houdt daar geen rekening mee.
{{clr}}
==De geschiedenis van het ECG==
[[Afbeelding:Einthoven.gif|thumb|100px|left|[[wikipedia:Einthoven|Willem Einthoven (1860-1927), de grondlegger van het huidige ECG]]]]
[[Afbeelding:einthECG1.png|thumb|ECG uit de eerste publicatie van Einthoven. <cite>Einthoven2</cite>]]
[[Afbeelding:stringgalvanometer.jpg|thumb|Einthoven's snaar-galvanometer, nu in het Science Museum in Londen. De patient moest met handen en voeten in zoutbaden zitten, alwaar de electrodes op waren aangesloten. ''Afbeelding van de [http://www.ieee.org/portal/cms_docs_iportals/iportals/aboutus/history_center/conferences/che2004/Landman.pdf IEEE history society]''.]]
De geschiedenis van het ECG gaat ver terug. Op de Engelstalige ECGpedia staat een [http://en.ecgpedia.org/wiki/A_Concise_History_of_the_ECG uitgebreidere beschrijving].
[[wikipedia:Einthoven|Willem Einthoven]] (1860-1927) introduceerde in 1893 de term 'electrocardiogram'. Hij beschreef in '''1895''' hoe hij een galvanometer gebruikte om de electrische activiteit van het hart op te tekenen. In 1924 heeft hij hiervoor de Nobelprijs gekregen als grondlegger van het huidige ECG. Hij sloot zijn 3 electrodes aan op de patient en liet het electrische verschil tussen twee electrodes uitschrijven door een galvanometer. Wij spreken nog steeds van de afleidingen van Einthoven (I, II en III). De snaar galvanometer (zie afbeelding) werd in zijn tijd geroemd als het eerste instrument dat een klinische implicatie had.
In 1905 neemt Einthoven het eerste 'telecardiogram' op vanuit het ziekenhuis naar zijn laboratorium 1,5 km verderop.
In 1906 publiceert Einthoven het eerste artikel waarin een serie (afwijkende) ECG bevindingen worden beschreven: linker en rechter ventrikelhypertrofie, linker en rechter atriumdilatatie, de U golf, notching van het QRS complex, ventriculaire extrasystolen, bigemini, boezemflutter en totaal AV blok. <cite>Einthoven</cite>
{{clr}}


==ECG varianten==
==ECG varianten==
Regel 274: Regel 297:
| | White/Violet
| | White/Violet
|}
|}
==Technische problemen met het ECG==
[[Afbeelding:Noise_move.png|thumb| Storing doordat de patient beweegt]]
Lees ook het hoofdstuk over [[technische problemen]] zodat je technische storing en draadverwisselingen kan herkennen.
{{clr}}
==Filterinstelling==
Om elektrische storing zoveel mogelijk te beperken is ieder ECG apparaat voorzien van twee filters:
* Een zogenaamd high-pass filter dat lage frequenties wegfiltert die anders een sterke basislijnzwaai zouden geven
* Een low-pass filter dat hoge frequenties wegfiltert die met name ruis geven op het ECG
Afhankelijk van het doel van het ECG kunnen deze filters aangepast worden.
* In de '''monitor modus''' wordt het high-pass filter ingesteld op 0.5-1.0 Hz en het low-pass filter op 40 Hz. Dit is de sterkste filterstand (smalle bandbreedte). Dit is een geschike stand voor ritmebewaking waarbij storing vervelend is en het interpreteren van het ST segment niet zo van belang is. In deze stand zijn hoogfrequente signalen, zoals [[pacemaker|pacemakerspikes]] soms niet te zien.
* In de '''diagnostische modus''' wordt het high-pass filter ingesteld op 0.05 Hz en het low-pass filter op 40, 100 of 150 Hz. Hierdoor zijn ST segmenten betrouwbaarder te interpreteren. Nadeel is dat er makkelijker een basislijnzwaai optreedt en dat de storing van het lichtnet (50 Hz) nu meer invloed heeft.
==Computerinterpretatie==
Veel moderne ECG apparaten printen een computerinterpretatie op het ECG. Helaas is deze interpretatie niet 100% betrouwbaar. De computerinterpretatie wordt door een aantal factoren bepaald:
*De computerinterpetatie maakt gebruik van het (vrijwel) '''ongefilterde signaal''' (filter 0.01-150 Hz). De computer maakt dus gebruik van een signaal dat veel gevoeliger is voor storing en dat niet hetzelfde is als hetgeen dat op het papier geprint wordt. De storing die de computer ziet, hoeft dus niet zichtbaar te zijn op het geprinte ECG. Hierdoor is het extra belangrijk dat storing vermeden wordt (zie [[#Adviezen_om_een_technisch_goed_ECG_te_maken|bovenstaande lijst met tips]]).
*De computer is voorzichtig afgesteld en geeft vaak een '''worst case diagnose'''. ST elevatie heeft bijvoorbeeld een uitgebreid aantal oorzaken, waarvan sommige niet ernstig zijn. De computer zal echter al snel 'myocardinfarct' aangeven, omdat dat de gevaarlijkste optie is.
*De computer is over het algemeen '''goed''' in het meten van tijden: de [[PQ tijd]], [[Geleidingstijden_%28PQ%2CQRS%2CQT%29#De_QRS_duur|QRS duur]], [[hartfrequentie]] en [[hartas]] kloppen vrijwel altijd. Soms telt hij dubbel, bijvoorbeeld bij hoge T golven.
*De computer is '''redelijk goed''' in het onderscheiden van [[sinusritme]], [[boezemfibrilleren]] en [[AV_geleiding|geleidingsstoornissen]] (sensitiviteit 75-98%, specificiteit >91%)
*De computer is '''niet goed''' in het interpreteren van de QT tijd en van diagnosen als een [[myocardinfarct]] (sensitiviteit 65%, specificiteit 98%)
*De computer heeft '''beperkte rekencapaciteit'''. In theorie is het misschien mogelijk een perfect algoritme voor ECG interpretatie te maken, maar een dergelijk algoritme 'past' niet in een ECG apparaat.
*De computer '''ziet de patient niet'''. Het verhaal van de patient (bijvoorbeeld wel of geen pijn op de borst, wel of geen hypertensie) kan enorme invloed hebben op de interpretatie van een ECG. Een computer houdt daar geen rekening mee.
{{clr}}


==Referenties==
==Referenties==
5.025

bewerkingen