|
|
Regel 39: |
Regel 39: |
| Soms is er slechts in 1 afleiding uitgesproken ST elevatie. Indien in zo'n geval de belendende afleidingen geen duidelijke R golf hebben (en bijvoorbeeld een klein QRS complex hebben), dan sluit de afwezigheid van ST elevatie daar, ischemie niet uit. | | Soms is er slechts in 1 afleiding uitgesproken ST elevatie. Indien in zo'n geval de belendende afleidingen geen duidelijke R golf hebben (en bijvoorbeeld een klein QRS complex hebben), dan sluit de afwezigheid van ST elevatie daar, ischemie niet uit. |
|
| |
|
| ==De locatie van het hartinfarct==
| | God help me, I put aside a whole afternoon to fiurge this out. |
| [[Afbeelding:coronary_anatomy.png|thumb| Een overzicht van de kransslagvaten. LM = ''Left Main'' = hoofdstam; LAD = 'Left Anterior Descending' artery = linker anterieure descenderende kransslagader; RCX = ramus circomflexus; RCA = 'Right Coronary Artery' = rechter coronair-arterie.]]
| |
| [[Afbeelding:lead_overview.png|thumb|De verschillende afleidingen van het hart. De afleiding met ST elevatie 'wijst' het infarct aan. Een onderwand-infarct geeft ST elevatie in II, III en AVF. Een lateraal infarct geeft ST elevatie in I en AVL. Een voorwandinfarct geeft ST-elevatie in de voorwandsafleidingen.]]
| |
| [[Image:MI_colours_nl.png|Belendende afleidingen zijn aangegeven in dezelfde kleur|thumb]]
| |
| [[Image:MIregions.jpg|thumb|De ST elevatie wijst het infarctgebied aan. Onderwandinfarct = ST elevatie in de rode gebieden (afleidingen II,III en AVF). Lateraal infarct = ST elevatie in de blauwe afleidingen (I, AVL, V5-V6). Voorwandinfarct: ST elevatie in de gele gebieden (V1-V4). Hoofdstamocclusie: ST elevatie in het grijze gebied(AVR) ]]
| |
| [[Afbeelding:stroomgebieden.png|thumb| De Left Anterior Descending (LAD) coronair is het belangrijkste kransslagvat. Op deze mercatorprojectie van het hart wordt het gehele donkerblauwe gebied wordt door de LAD van bloed voorzien.]]
| |
| De hartspier kan zelf nauwelijks zuurstof opnemen uit het bloed dat het rondpompt. Alleen de binnenste lagen (endocard) profiteren van dit zuurstofrijke bloed. De buitenste lagen van de hartspier (epicard) zijn afhankelijk van kransslagvaten voor de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen. Met behulp van het ECG is te zien welk kransslagvat is afgesloten. Dit is van belang omdat de gevolgen van bijvoorbeeld een voorwandinfarct en een onderwandinfarct verschillen: de '''voorwand''' levert de belangrijkste bijdrage aan de pompfunctie en uitval zal dus lijden tot een bloeddrukdaling en hartslagversnelling en op de lange termijn tot hartfalen. Een '''onderwandinfarct''' gaat vaak gepaard met een polsvertraging doordat de sinusknooparterie te weinig doorbloed wordt, op de lange termijn is het effect op de conditie minder groot omdat de bijdrage van de onderwand aan de pompfunctie minder is.
| |
| | |
| Het hart wordt door de rechter en linker coronair vaten voorzien van zuurstof en nutrienten. Het linker coronairvat (de '''hoofdstam''' of LM, left main) splits zich in de '''left anterior descending''' artery (LAD) en de '''ramus circumflexus''' (RCX). De '''rechter coronair arterie''' (RCA) voedt de ramus descendens posterior (RDP). Bij 20% van de bevolking wordt de ramus descendens posterior door de arteria circumflexa gevoed. Dit noemt men een links dominant hart.
| |
| | |
| Hieronder volgt een opsomming van de verschillende infarctvarianten. Veel voorkomend zijn het '''voorwandinfarct''' (LAD), het '''onderwandinfarct''' (meestal RCA) en het '''infero-postero-lateraalinfarct''' (vaak RCX).
| |
| | |
| {| class="wikitable"
| |
| |-
| |
| |+'''Hulp bij het lokaliseren van een myocardinfarct'''
| |
| |-
| |
| !lokalisatie
| |
| !ST elevatie
| |
| !Reciproke ST depressie
| |
| !kransslagvat
| |
| |-
| |
| | [[Voorwandinfarct]] (anterior)
| |
| | V1-V6
| |
| | II, III aVF
| |
| | LAD
| |
| |-
| |
| | [[Septaal infarct]]
| |
| | V1-V4, verdwijnen septum Q in V5,V6
| |
| | II, III, aVF
| |
| | LAD
| |
| |-
| |
| | [[Lateraal infarct]]
| |
| | I, aVL, V5, V6
| |
| | II, III, aVF
| |
| | RCX óf MO
| |
| |-
| |
| | [[Onderwandinfarct]] (inferior)
| |
| | II, III, aVF
| |
| | I, aVL, V1-V4
| |
| | RCA (80%) óf RCX (20%)
| |
| |-
| |
| | [[Achterwandinfarct]] (infero-basaal, posterior)
| |
| | V7, V8, V9
| |
| | hoge R in V1-V3 met ST depressie V1-V3 > 2mm (gespiegeld)
| |
| | RCX
| |
| |-
| |
| | [[Rechter ventrikelinfarct]]
| |
| | V1, [[V4R]]
| |
| | I, aVL
| |
| | RCA
| |
| |-
| |
| | [[Boezeminfarct]]
| |
| | Pta segment
| |
| |
| |
| | RCA
| |
| |-
| |
| |}
| |
| | |
| '''Reciproke depressies''' zijn gedeprimeerde ST segmenten in het 'tegenoverliggende' gebied. Bij een voorwandinfarct is er bijvoorbeeld ST elevatie in de voorwandsafleidingen, maar ST depressie in de onderwandsafleidingen. Reciproke depressie komt bij 60-70% van patiënten met een bewezen infarct voor.<cite>Odemuyiwa</cite> Dit is visueel voor te stellen door dat de onderwandsafleidingen 'van de andere kant' naar het hart kijken, namelijk vanaf de onderkant. Zij zien de ST elevatie dus ook andersom: als ST depressie. Reciproke depressies zijn een sterke aanwijzing van een myocardinfarct en helpen om dit te onderscheiden van bijvoorbeeld [[pericarditis]] waarbij ook ST elevaties te zien zijn, maar geen reciproke depressies.
| |
| | |
| De '''locatie van de afsluiting''' kan goed in beeld worden gebracht door middel van een '''hartcatheterisatie'''. Op het verslag daarvan wordt de plaats van de afsluiting vaak aangeduid met een cijfer (bijvoorbeeld LAD(7) ) volgense de indeling van de American Heart Association.<cite>AHACAG</cite>
| |
| | |
| ;Onderscheidende ECG kenmerken tussen een proximale of distale LAD afsluiting<cite>Wellens</cite>:
| |
| *LAD afsluiting proximaal van de eerste septale en diagonale tak
| |
| **Nieuw [[RBTB|rechter bundeltakblok]]
| |
| **ST elevatie in AVR
| |
| **ST elevatie > 2mm in afleiding V1
| |
| **ST depressie in afleiding II, III en AVF
| |
| *LAD afsluiting distaal van de eerste septale en proximaal van de eerste diagonale tak
| |
| **ST depressie afleiding III > afleiding II
| |
| **Pathologische Q in afleiding AVL
| |
| *LAD afsluiting proximaal van de eerste septale en distaal van de eerste diagonale tak
| |
| **Tekenen van afsluiting van de septale tak
| |
| **ST depressie in afleiding AVL
| |
| *Distale LAD afsluiting:
| |
| **Pathologische Q in V4-V6
| |
| **Geen ST depressie in afleiding II, III en AVF
| |
| ;Kenmerken van een RCA afsluiting:
| |
| *ST elevatie in III groter dan in II (ezelsbruggetje: de afleiding met hoogste ST elevatie wijst de culprit aan)
| |
| *ST depressie in afleiding I
| |
| *Indien de [[Rechter_ventrikelinfarct|rechter ventrikel]] meedoet: ST elevatie in [[V4R]]
| |
| ;Kenmerken van een RCX afsluiting:
| |
| *ST elevatie in afleiding II groter dan in III
| |
| *ST segment iso-electrisch of geëleveerd in afleiding I
| |
| *ST segment iso-electrisch of gedeprimeerd in afleiding V4R
| |
|
| |
|
| ==Het ECG verloop tijdens aanhoudende ischemie== | | ==Het ECG verloop tijdens aanhoudende ischemie== |