Q: Deze patiënt had een ernstige electrolytafwijking (geen ischemie). Welke?
A. Hypokaliemie
B. Hyperkaliemie
C. Hypocalciemie
D. Hypercalciemie
Het juiste antwoord is: D. Er was een sterk verhoogd calcium: 4.6 mmol/L, bij een albumine van 37 g/L.