1 beoordeel het ritme: [Ritmestoornissen]

  • Normaal sinusritme: bij positieve P in leads I, II (aVF, V4-V6), anders:
  • Ectopische complexen
    • escape complexen
    • ectopische pacemaker boezems
    • ectopische pacemaker AV-knoop
    • ectopische pecemaker kamers
  • premature complexen
    • premature boezemcomplex
    • AV-nodale premature complex
    • premature ventriculaire complex (PVC=VES)
  • Tachy-aritmieen
    • paroxysmale atrium/AV-nodale/ventriculaire tachycardie
    • atriumflutter atriumfibrilleren
    • ventrikelflutter ventrikelfibrilleren
  • Brady-aritmieen
    • sinusarrest
    • SA-block
    • AV-block: eerste-tweede-derdegraads bundeltakblok

2 bepaal de hartfrequentie: [1]

                    * Normale hartfrequentie: 60-100 bpm
                    * Tachycardie: >100 bpm
                    * Bradycardie: <60 bpm


3 meet de geleidingsintervallen (PR-interval, QRS-duur, QT-interval): [2]

                   * PR-tijd   normaal: 120-200ms
                                > 200ms: 1e, 2e of 3e graads AV blok
                                < 120ms: Wolff-Parkinson-White Syndrome
                   * QRS-tijd  normaal: 80-120ms
                                LBTB - RBTB - LAFB - LPFB > zie QRS-morfologie[3]
                   * QT-tijd   Formule QTn nlcode.png
                   * QTc-tijd  normaal: 440ms voor mannen en 450 ms voor vrouwen
                                Formule QTc code.png

4 bepaal de elektrische hartas: [4]

                   * normaal:    tussen -30° en +90°: beoordeel QRS in leads I en aVF 
                   * linker-as:  tussen -30° en -90°: denk aan LAFB
                   * rechteras:  tussen +120° en -150°: denk aan LPFB
                   * extreme as: tussen -90° en -150°: electrode verwisseling?
                   * horizontale hartas: ligt bij 0°
                   * verticale hartas: ligt bij +90°

5 P-top morfologie:[5]

                   * RA-hypertrofie/-overbelasting: P >2,5 mm in II en/of III en/of aVF,   
                     en/of P >1,5 mm in V1(eerste positieve deel--> vector is anterior    
                     georienteerd)
                   * LA-hypertrofie/-overbelasting: P met breed (>0,04 sec) en diep negatief 
                     (>1 mm) terminaal deel in V1, en/of P >0,12 sec in I en/of II
                   * Biatrialebelasting: V1 laat een groot eerste deel van de bifasische P- 
                     top en een diep breed tweede deel van de bifaische P-top zien

6 QRS morfologie:[6]

                   * QRS-duur normaal: < 120ms
                   * RV-hypertrofie: type I: R of R' >5 mm in Vl + R of R' >S  
                     in V1+ precordiaal afname R/S- of R'/S-ratio naar links; 
                     type II: S >R in I + S >R in V5.
                   * LV-hypertrofie: R >26 mm in V5of V6; R >20 mm in I, II of 
                     III; R >12 mm in aVL (mits geen LAFB); R in V5 of V6 + S in V1 >35 mm 
                   * LBTB: QRS >0,12 sec met brede R in I aVL V5V6 en afwezige q aldaar
                   * RBTB: QRS >0,12 sec. met RSR'-patroon in V1waarbij R' >R
                   * LAFB: asdeviatie naar links (<-30°); geen of vrijwel geen
                     S in I alwaar normale kleine q; S >R in II, III; QRS niet of slechts in 
                     geringe mate verbreed.
                   * LPFB: asdeviatie naar rechts >+120°; diepe S in I; kleine 
                     q in III; QRS niet of slechts in geringe mate verbreed; criteria voor 
                     RVH of oud lateraal myocardinfarct mogen niet aanwezig zijn
                   * R top progressie: normaal: V1-V5 iedere afleiding minimaal 2mm toename
                                       afname: oud infarct                     

7 Beoordeling STT-segment:[7]

                   * Criteria voor ST-elevatie:
                         ST-elevatie >1 mm in I II aVL aVF V3V4V5 of V6
                         ST-elevatie >2 mm in V1 of V2                      
                   * Criteria abnormale of pathologische ST-depressie:
                         ST-depressie >0,5 mm waarbij horizontaal of aflopend ST-segment in  
                         afleiding I II aVL aVF V1 V2 V3 V4 V5 of V6 
                   * Criteria pathologische T-top:
                         T vlak: <0,5 mm negatief en positief in afleiding I II V3 V4 V5 of V6
                         T negatief: >0,5 mm negatief in afleiding I II V3 V4 V5 of V6 
                         T in aVL alleen te beoordelen indien R aldaar >5 mm
                         T in aVF alleen te beoordelen indien QRS aldaar positief