Antwoorden casus 4: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 5: Regel 5:
|nextname=Oefencasus 23
|nextname=Oefencasus 23
}}
}}
[[Afbeelding:JJ00004.png|thumb|700px|left| Beschrijf het ECG]]
[[Afbeelding:JJ00004.png|thumb|700px|left| Beschrijf het ecg]]
{{clr}}
{{clr}}
==Antwoord==
==Antwoord==
* Beschrijf het ECG volgens het 7 + 2 stappenplan
* Beschrijf het ecg volgens het 7+2-stappenplan
**Ritme
**Ritme
***'''Het ECG begint met een regulair ritme, maar bij de laatste slagen zitten een aantal slagen die sneller zijn dan het begin. Daar zijn ook p toppen tussen de QRS complexen zichtbaar. De afstand tussen deze p toppen en de QRS complexen wisselt en er lijkt niet continu een relatie tussen de twee te zijn. Er is dus sprake van [[AV-dissociatie]]. Gezien de afwezigheid van p toppen voor de eerdere slagen is er sprake van een nodaal ritme in competitie met een sinusritme. De p top is er wel, maar zit in het QRS complex. Bij de 10e, 12e en 13e slag is een p top voor de QRS complexen te zien. Hier is de sinusslag zo snel dat het wint van het nodale focus.'''
***'''Het ecg begint met een regulair ritme, maar bij de laatste slagen zitten een aantal slagen die sneller zijn dan het begin. Daar zijn ook P-toppen tussen de QRS-complexen zichtbaar. De afstand tussen deze P-toppen en de QRS-complexen wisselt en er lijkt niet continu een relatie tussen de twee te zijn. Er is dus sprake van [[AV-dissociatie]]. Gezien de afwezigheid van P-toppen voor de eerdere slagen is er sprake van een nodaal ritme in competitie met een sinusritme. De P-top is er wel, maar zit in het QRS-complex. Bij de 10e, 12e en 13e slag is een P-top voor de QRS-complexen te zien. Hier is de sinusslag zo snel dat het wint van het nodale focus.'''
**Hartfrequentie.
**Hartfrequentie  
***'''Gebruik de 'telmethode' (tussen 2 en 3 grote hokjes ~> 300-150-100), dus (ongeveer) 80/min.'''
***'''Gebruik de 'telmethode' (tussen 2 en 3 grote hokjes ~> 300-150-100), dus (ongeveer) 80/min.'''
**Geleidingstijden (PQ,QRS,QT)  
**Geleidingstijden (PQ, QRS, QT)  
***'''Er is geen PQ geleiding, QRS duur=0.11sec, QT tijd=380ms'''
***'''Er is geen PQ-geleiding, QRS-duur = 0,11 sec., QT-tijd = 380 ms'''
**Hartas  
**Hartas  
***'''Positief in I en II, negatief in III, net positief in AVF. Dus een intermediaire hartas.'''
***'''Positief in I en II, negatief in III, net positief in AVF. Dus een intermediaire hartas.'''
**P top morfologie  
**P-top-morfologie  
***'''De p top morfologie is normaal voor zover te beoordelen.'''
***'''De P-top-morfologie is normaal voor zover te beoordelen.'''
**QRS morfologie  
**QRS-morfologie  
***'''Het QRS complex is licht verbreed. Er is een QS complex in V1.'''
***'''Het QRS-complex is licht verbreed. Er is een QS-complex in V1.'''
**ST morfologie  
**ST-morfologie  
***'''Negatieve T in III bij een negatief complex (is normaal).'''
***'''Negatieve T in III bij een negatief complex (is normaal).'''
**vergelijking met het oude ECG (niet voor handen, dus overslaan)
**Vergelijking met het oude ecg (niet voorhanden, dus overslaan)
**conclusie. Wat is er aan de hand?
**Conclusie. Wat is er aan de hand?




'''Antwoord: nodale tachycardie in competitie met sinusritme'''
'''Antwoord: nodale tachycardie in competitie met sinusritme'''

Huidige versie van 12 jul 2017 om 12:22

Deze pagina is onderdeel van de Oefen-ecg's

Vorig ecg: Oefencasus 22 | Volgend oefen-ecg: Oefencasus 23

Beschrijf het ecg


Antwoord

  • Beschrijf het ecg volgens het 7+2-stappenplan
    • Ritme
      • Het ecg begint met een regulair ritme, maar bij de laatste slagen zitten een aantal slagen die sneller zijn dan het begin. Daar zijn ook P-toppen tussen de QRS-complexen zichtbaar. De afstand tussen deze P-toppen en de QRS-complexen wisselt en er lijkt niet continu een relatie tussen de twee te zijn. Er is dus sprake van AV-dissociatie. Gezien de afwezigheid van P-toppen voor de eerdere slagen is er sprake van een nodaal ritme in competitie met een sinusritme. De P-top is er wel, maar zit in het QRS-complex. Bij de 10e, 12e en 13e slag is een P-top voor de QRS-complexen te zien. Hier is de sinusslag zo snel dat het wint van het nodale focus.
    • Hartfrequentie
      • Gebruik de 'telmethode' (tussen 2 en 3 grote hokjes ~> 300-150-100), dus (ongeveer) 80/min.
    • Geleidingstijden (PQ, QRS, QT)
      • Er is geen PQ-geleiding, QRS-duur = 0,11 sec., QT-tijd = 380 ms
    • Hartas
      • Positief in I en II, negatief in III, net positief in AVF. Dus een intermediaire hartas.
    • P-top-morfologie
      • De P-top-morfologie is normaal voor zover te beoordelen.
    • QRS-morfologie
      • Het QRS-complex is licht verbreed. Er is een QS-complex in V1.
    • ST-morfologie
      • Negatieve T in III bij een negatief complex (is normaal).
    • Vergelijking met het oude ecg (niet voorhanden, dus overslaan)
    • Conclusie. Wat is er aan de hand?


Antwoord: nodale tachycardie in competitie met sinusritme