Hartfrequentie: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 8: Regel 8:
Het ECG papier heeft een raster verdeling. Grote hokjes zijn 5 mm breed = 0.20 seconde. Kleine hokjes zijn 1 mm breed = 0.04 seconde.  
Het ECG papier heeft een raster verdeling. Grote hokjes zijn 5 mm breed = 0.20 seconde. Kleine hokjes zijn 1 mm breed = 0.04 seconde.  


'''Er zijn drie manieren om de hartfrequentie (HF) te berekenen;'''
'''Er zijn drie manieren om de hartfrequentie (HF) te berekenen:'''
 
[[Afbeelding:hf.gif|thumb]]
#Tel het aantal kleine hokjes tussen 2 opeenvolgende ORS-complexen.  
#Tel het aantal kleine hokjes tussen 2 opeenvolgende ORS-complexen.  
[[Afbeelding:hf.gif|thumb]]
#De aftel methode (het liefst te gebruiken bij een normale sinusritme). Hierbij gebruikt men de sequentie 300-150-100-75-60-50-43-37. Men begint met aftellen bij een willekeurig QRS-complex. Dit is het startpunt. De daarop volgende grote hokje is 300, de volgende 150 enz. Men stopt met tellen bij het volgende QRS-complex. Valt deze tussen twee aftelpunten dan neemt men een gemiddelde. In onderstaande voorbeeld is het hartritme dus tussen 150 en 300 en dichter bij de 300.  (222/min precies). [[Afbeelding:Ecgfreq.jpg|thumb]]
 
#De aftel methode (het liefst te gebruiken bij een normale sinusritme). Hierbij gebruikt men de sequentie 300-150-100-75-60-50-43-37. Men begint met aftellen bij een willekeurig QRS-complex. Dit is het startpunt. De daarop volgende grote hokje is 300, de volgende 150 enz. Men stopt met tellen bij het volgende QRS-complex. Valt deze tussen twee aftelpunten dan neemt men een gemiddelde. In onderstaande voorbeeld is het hartritme dus tussen 150 en 300 en dichter bij de 300.  (222/min precies). [[Afbeelding:Ecgfreq.jpg]]


De volgende kleinere onderverdelingen tussen de bovengenoemde sequenties maken het mogelijk om frequenties nog nauwkeuriger te berekenen:
De volgende kleinere onderverdelingen tussen de bovengenoemde sequenties maken het mogelijk om frequenties nog nauwkeuriger te berekenen:
[[afbeelding:Bradycardie.GIF|thumb]]  
[[afbeelding:Bradycardie.GIF|thumb]]  
'''300'''''-250-214-187-167-'''''150'''
'''300'''''-250-214-187-167-'''''150'''
'''150'''''-136-125-115-107-'''''100'''
'''150'''''-136-125-115-107-'''''100'''
'''100'''''-94-88-83-79-'''''75'''
'''100'''''-94-88-83-79-'''''75'''
'''75'''''-71-68-65-62-'''''60'''
'''75'''''-71-68-65-62-'''''60'''


 
# De 3 seconde marker methode (te gebruiken bij onregelmatige ritmen). Tel het aantal QRS-complexen die binnnen een tijdsbestek van 3 seconden vallen (tussen twee markers die sommige ECG apparaten aangeven). Deze vermenigvuldigt men dan met 20. Dit levert het aantal slagen per minuut.
3. De 3 seconde marker (te gebruiken bij onreglmatige ritmen).Tel het aantal QRS-complexen die binnnen een tijdsbestek van 3 seconden vallen (tussen twee markers die sommige ECG apparaten aangeven). Deze vermenigvuldigt men dan met 20. Dit levert het aantal slagen per minuut.
{{clr}}
{{clr}}

Versie van 21 jul 2006 08:39

Hoe vaak slaat het hart per minuut?

ECGpapier.jpg

Een vrij eenvoudige vraag en met wat rekenwerk makkelijk te beantwoorden.

Het ECG papier liep destijds met 25 mm/seconde door het ECG apparaat. Tegenwoordig worden ECG's digitaal geregistreerd, maar het principe is hetzelfde.

Het ECG papier heeft een raster verdeling. Grote hokjes zijn 5 mm breed = 0.20 seconde. Kleine hokjes zijn 1 mm breed = 0.04 seconde.

Er zijn drie manieren om de hartfrequentie (HF) te berekenen:

  1. Tel het aantal kleine hokjes tussen 2 opeenvolgende ORS-complexen.
  2. De aftel methode (het liefst te gebruiken bij een normale sinusritme). Hierbij gebruikt men de sequentie 300-150-100-75-60-50-43-37. Men begint met aftellen bij een willekeurig QRS-complex. Dit is het startpunt. De daarop volgende grote hokje is 300, de volgende 150 enz. Men stopt met tellen bij het volgende QRS-complex. Valt deze tussen twee aftelpunten dan neemt men een gemiddelde. In onderstaande voorbeeld is het hartritme dus tussen 150 en 300 en dichter bij de 300. (222/min precies).
    Ecgfreq.jpg

De volgende kleinere onderverdelingen tussen de bovengenoemde sequenties maken het mogelijk om frequenties nog nauwkeuriger te berekenen:

Bradycardie.GIF

300-250-214-187-167-150 150-136-125-115-107-100 100-94-88-83-79-75 75-71-68-65-62-60

  1. De 3 seconde marker methode (te gebruiken bij onregelmatige ritmen). Tel het aantal QRS-complexen die binnnen een tijdsbestek van 3 seconden vallen (tussen twee markers die sommige ECG apparaten aangeven). Deze vermenigvuldigt men dan met 20. Dit levert het aantal slagen per minuut.