ICD: verschil tussen versies

300 bytes toegevoegd ,  3 apr 2010
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
*'''Monitoring''': hierbij wordt het ritme alleen opgeslagen in het geheugen, er wordt geen therapie gegeven. Dit kan van belang zijn bij het fine-tunen van de ICD, zodat deze geen onterechte shocks afgeeft. Hiervoor kan veelal een aparte zone ingesteld worden zodat een juiste behandeling bij gevaarlijk hoge frequenties gewaarborgd blijft.
*'''Monitoring''': hierbij wordt het ritme alleen opgeslagen in het geheugen, er wordt geen therapie gegeven. Dit kan van belang zijn bij het fine-tunen van de ICD, zodat deze geen onterechte shocks afgeeft. Hiervoor kan veelal een aparte zone ingesteld worden zodat een juiste behandeling bij gevaarlijk hoge frequenties gewaarborgd blijft.
*'''Anti-tachy pacing''': hierbij probeert de ICD een ventrikeltachycardie te beëndigen door te pacen op een frequentie die iets hoger (zo'n 10%) ligt dan de eigen frequentie van de tachycardie. Dit principe kan ook toegepast worden op het atriale kanaal bij atriale tachycardieen. De instelling hiervan is afhankelijk van hoe de patient dit verdraagt.
*'''Anti-tachy pacing''': hierbij probeert de ICD een ventrikeltachycardie te beëndigen door te pacen op een frequentie die iets hoger (zo'n 10%) ligt dan de eigen frequentie van de tachycardie. Dit principe kan ook toegepast worden op het atriale kanaal bij atriale tachycardieen. De instelling hiervan is afhankelijk van hoe de patient dit verdraagt.
*'''Shock''': hierbij geeft de ICD een shock om een ritmestoornis te beëndigen. De ICD kan zo ingesteld worden dat de hoeveelheid energie van de opvolgende shocks toenemen als een shock niet succesvol is. Een eerste shock bij een ventrikeltachycardie kan bijvoorbeeld 1-2 Joules zijn. De volgende shock 20 en de daarop volgende shocks met maximale energie (afhankelijk van het apparaat, meestal rond de 35-40 Joules).  
*'''Shock''': hierbij geeft de ICD een shock om een ritmestoornis te beëndigen. De ICD kan zo ingesteld worden dat de hoeveelheid energie van de opvolgende shocks toenemen als een shock niet succesvol is. Een eerste shock bij een ventrikeltachycardie kan bijvoorbeeld 1-2 Joules zijn. De volgende shock 20 Joules (afhankelijk van de gemeten DFT. Meestal gemeten DFT + 10 Joules) en de daarop volgende shocks met maximale energie (afhankelijk van het apparaat, meestal rond de 35-40 Joules).  


ICD shocks kunnen terecht of onterecht zijn:
ICD shocks kunnen terecht of onterecht zijn:
*Een '''terechte ICD shock''' is een shock die gegeven wordt om een ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren te beëindigen
*Een '''terechte ICD shock''' is een shock die gegeven wordt om een ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren te beëindigen
*Een '''onterechte ICD shock''' is een shock die gegeven wordt, zonder dat er sprake is van een ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren. Voorbeelden hiervan zijn: shock door onjuist geïnterpreteerd boezemfibrilleren met snelle volgfrequentie, door elektrische storing van buitenaf, door elektrische storing vanuit een defecte ICD draad.  
*Een '''onterechte ICD shock''' is een shock die gegeven wordt, zonder dat er sprake is van een ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren. Voorbeelden hiervan zijn: shock door onjuist geïnterpreteerd boezemfibrilleren met snelle volgfrequentie, door elektrische storing van buitenaf, door elektrische storing vanuit een defecte ICD draad. Ook een ventriculaire tachycardie die in de VF-zone valt en wellicht met anti-tachypacing getermineerd had kunnen worden, kan een onterechte shock teweeg brengen. Hieruit blijkt dat de instelling van een ICD vrij nauw luistert.


ICDs zijn er in verschillende varianten:
ICDs zijn er in verschillende varianten:
10

bewerkingen