Ischemie: verschil tussen versies

981 bytes verwijderd ,  26 apr 2006
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 24: Regel 24:


===De plaats van het hartinfarct===
===De plaats van het hartinfarct===
Een pathologische Q is 1 mm breed of beslaat 1/3 van de totale hoogte van het QRS-complex. Deze zijn vast te stellen in alle afleidingen behalve AVF. ('''NB''' ''transmuraal omvat de gehele dikte van de wand, non transmuraal is subendocardiaal en omvat niet de gehele wand'')
Stel geen diagnose hartinfarct aan de hand van het ECG als er een linker-bundeltakblok is. Bij een linker-bundeltakblok wordt de linkerkamer laat geactiveerd, waardoor het eerste deel van het QRS-complex alleen de rechter-kameractiviteit laat zien. Infarct-Q's van de linker kamer zijn daardoor niet te zien. Bij een rechter-bundeltakblok kan op het ECG wel worden gezocht naar tekenen van infarcering. Het begin van het ECG waar de Q zit, is immers normaal.
====Criteria ST depressie====
*ST-depressie >0,5 mm waarbij horizontaal of aflopend ST-segment in afleiding I II aVL aVF V1V2V3V4V5of V6.
====Criteria ST elevatie====
ST elevatie wordt gemeten op 2mm na het J-punt.
===Infarctlokalisatie===
Met het ECG kan men vaststellen of er een kransslagader vernauwd is en dus waar de bloedtoevoer verminderd is. Dit is van belang omdat de gevolgen van bijvoorbeeld een voorwandinfarct en een onderwandinfarct verschillen: de voorwand levert de belangrijkste bijdrage aan de pompfunctie en uitval zal dus lijden tot een bloeddrukdaling en hartslagversnelling en op de lange termijn tot hartfalen. Een onderwandinfarct gaat vaak gepaard met een polsvertraging doordat de sinusknooparterie te weinig doorbloed wordt, op de lange termijn is het effect op de conditie minder  groot omdat de bijdrage van de onderwand aan de pompfunctie minder is. De meeste MI zijn in de linker ventrikel gelokaliseerd.
Met het ECG kan men vaststellen of er een kransslagader vernauwd is en dus waar de bloedtoevoer verminderd is. Dit is van belang omdat de gevolgen van bijvoorbeeld een voorwandinfarct en een onderwandinfarct verschillen: de voorwand levert de belangrijkste bijdrage aan de pompfunctie en uitval zal dus lijden tot een bloeddrukdaling en hartslagversnelling en op de lange termijn tot hartfalen. Een onderwandinfarct gaat vaak gepaard met een polsvertraging doordat de sinusknooparterie te weinig doorbloed wordt, op de lange termijn is het effect op de conditie minder  groot omdat de bijdrage van de onderwand aan de pompfunctie minder is. De meeste MI zijn in de linker ventrikel gelokaliseerd.


5.024

bewerkingen