Onderwandinfarct

Dit is onderdeel van het hoofdstuk: Ischemie

Een onderwandinfarct wordt gekenmerkt door ST-elevatie in II, III en AVF. Dit deel (inferior) rust op het diafragma en wordt bij 80% van de patiënten door de rechtercoronairarterie (RCA) van bloed voorzien, bij de overige 20% komt het bloed uit de circumflex (RCX).

Een acuut onderwandinfarct op een doorsnede van het hart
Een doorgemaakt onderwandinfarct met littekenvorming op doorsnede
Een voorbeeld van een onderwandinfarct.
Bij dit onderwandinfarct is de RCA afgesloten. Argumenten hiervoor zijn de hogere ST-elevatie in III ten opzichte van II en de ST-depressie in I. Verder is er een totaal-AV-blok, waarschijnlijk door verminderde doorbloeding van de AV-knooparterie.
Bij dit onderwandinfarct is de RCA afgesloten (zelfde patiënt als hierboven). Er is nu een atriaal ritme te zien (negatieve P-toppen in de onderwandafleidingen).

Een RCA-afsluiting kan zich onderscheiden van een RCX-afsluiting op het ecg: bij een RCA-afsluiting is er vaak depressie in I en AVL en is de ST-elevatie in III groter dan in II.