De belangrijkste vragen die beantwoord moeten worden bij het kijken naar de QRS morfologie zijn

  • Is er een oud infarct?
  • Is er linker ventrikelhypertrofie?
  • Is er een geleidingsprobleem?

Als dat er allemaal niet is, ben je klaar en kan je naar de volgende stap, de ST morfologie.

Om bovenstaande vragen te beantwoorden moet je de volgende afwijkingen kunnen herkennen:

Geleidingsvertraging

Als het QRS complex breder is dan 0.12 seconde komt dat meestal door een vertraging in het geleidingssysteem (Bundeltakblok):

    • linker bundel takblok (LBTB))
    • rechter bundeltak blok (RBTB)
    • interventriculaire geleidingsvertraging

Bij een asdraai naar links of rechts kan er sprake zijn van een:

    • linker anterior fascie blok (LAFB)
    • linker posterior fascie blok (LPFB)


Linker bundeltakblok versus rechter bundeltakblok

Door in V1 te kijken, kan je deze opties onderscheiden.

Bij een linker bundeltakblok, is de geleiding door de linker bundel vertraagd. Het begin van de depolarisatie is normaal, maar de laterale wand van de linker ventrikel depolariseert dus sterk vertraagd. Hierdoor is er nog electrische activiteit in de linker ventrikel op het moment dat de rest van het hart al 'klaar' is, deze wordt dus niet meer geneutraliseerd door de rechter ventrikel. De laatste activiteit gaat dus naar links, ofwel van V1 af. Met deze kennis is een LBTB makkelijk te begrijpen. Het resultaat ziet er als volgt uit:

 
Linker bundeltakblok (LBTB)
 
Rechter bundeltakblok (RBTB)


Bij een RBTB is het precies andersom. Er is nog electrische activiteit in de rechter ventrikel, terwijl de rest van het hart al 'klaar' is. De laatste activiteit gaat dus naar rechts, ofwel naar V1 toe. Ezelsbruggetje: Kijk in V1 als QRS>0.12sec.

Gaat de laatste activiteit van het QRS in V1 naar beneden (van V1 af), dan is er (vrijwel altijd) sprake een LBTB. Gaat de laatste activiteit naar boven dan is het een RBTB

Kom je er niet uit, zeg dan 'interventriculaire geleidingsvertraging' dat is altijd goed. Meestal is er dan sprake van vertraging in meerdere bundels.

Criteria voor LBTB

QRS >0,12 sec met brede R in I aVL V5V6 en afwezige q aldaar.

 

Criteria voor RBTB

QRS >0,12 sec. met RSR'-patroon in V1 waarbij R' >R.

 

Criteria voor LAFB

Bij een linker anterior fascie blok is de voorste bundel van de twee linker bundels geblokkeerd. Hierdoor wordt de voorwand als laatste ontladen. Dit uit zich in een linker asdraai. De QRS-duur is <0.12 seconde.

asdeviatie naar links (<-30°); 
geen of vrijwel geen S in I alwaar normale kleine q; 
S >R in II, III; 
QRS niet of slechts in geringe mate verbreed. 
 
Linker anterior hemiblok


Criteria voor LPFB

LPFB is een combinatie van RBBB + LPH (left posterior hemiblock). De LPF ontvangt bloed van zowel de rechter als de linker coronaire arterieën. Het gehele atioventriculaire systeem is dan ook afhankelijk van de zwakste fascicle (anterior).

asdeviatie naar rechts >+120°; 
diepe S in I; 
kleine q in III; 
QRS niet of slechts in geringe mate verbreed;

criteria voor RVH of oud lateraal myocardinfarct mogen niet aanwezig zijn.