Ritmestoornissen: verschil tussen versies

909 bytes toegevoegd ,  15 okt 2006
Regel 9: Regel 9:


=Principes van Ritmestoornissen=
=Principes van Ritmestoornissen=
===Geleidingsdefecten===
==Verkeerde impulsvorming==
Als de AV knoop traag geleid, ontstaan [[#AV-blok|AV geleidingsstoornissen]].
Hierbij gaat er iets mis bij de impulsvorming. Dit kan met een verkeerde frequentie zijn, bijvoorbeeld bij een symptomatische [[#sinusbradycardie|sinusbradycardie]], maar meestal is het probleem dat het op de verkeerde plaats gebeurd, zoals bij een [[#Ectopische_pacemakers|ectopische pacemakers]], die een
 
===Abnormale automaticiteit===
In de sinusknoop bevinden zich spontaan vurende cellen, de pacemakercellen, dit is normale automaticiteit. Bij '''abnormale automaticiteit''' gaan andere hartcellen spontaan vuren. In principe zijn alle hartcellen hiertoe in staat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de sinusknoop uitvalt (bijvoorbeeld door ischemie) en andere atriale cellen deze taak overnemen. Er ontstaat dan een [[#Atriaal_ritme|atriaal ritme]].
{{clr}}
===Triggered activity===
Bij '''triggered activity''' vuren cellen twee keer, terwijl ze maar één keer gestimuleerd zijn. Dit is meestal het gevolg van zogenaamde ''nadepolarisaties'' (early of delayed afterdepolarisations EAD's / DAD's) door electrische onstabiliteit in de hartcelmembraam. Een typisch voorbeeld hiervan is [[#Torsade_de_pointes|Torsade de pointes]].
{{clr}}
==Verkeerde impulsgeleiding==
Hierdoor kan het hartritme te traag worden zoals bij een AV geleidingsstoornis met een [[#AV-blok|AV blok]]. Als binnen de ventrikels de geleiding te traag gaat, ontstaat er een breed QRS complex met een [[Geleidingsvertraging|linker of rechter bundeltakblok]].
Door '''re-entry''' kunnen ook snelle ritmestoornissen ontstaan door een lokaal geleidingsblok.


===Re-entry===
===Re-entry===
[[afbeelding:Re-entry_afbeelding.gif|thumb]]
[[afbeelding:Re-entry_afbeelding.gif|thumb|'''Re-entry'''. In de bovenste afbeelding zijn er twee bundels (1&2) die even snel geleiden. Daardoor komt het signaal tegelijk bij 3 en dooft het uit. In de onderste afbeelding, geleid bundel 2 nog maar in 1 richting en ook nog eens vertraagd. Het signaal van boven dooft uit in bundel 2, echter met een omweg, via 1 en 3 komt het signaal toch vertraagd door bundel 2 (blauwe pijl). Aan het einde van de blauwe pijl treft het signaal gezond weefsel dat klaar is voor de volgende hartslag en geactiveerd wordt: de cirkel (re-entry) is compleet.]]
Veel ritmestoornissen ontstaan door re-entry (cirkelbeweging). Re-entry kan ontstaan als een ziek stuk hart, bijvoorbeeld door een hartinfarct, vertraagd geleid. Om een cirkelbeweging te krijgen zijn in principe twee hartslagen nodig:
Re-entry kan ontstaan als een ziek stuk hart, bijvoorbeeld door een hartinfarct, vertraagd geleid. Om een cirkelbeweging te krijgen zijn in principe twee hartslagen nodig:
#Het electrische signaal splitst zich in twee wegen. Het deel dat via het gezonde hartweefsel gaat, geleid normaal. Het deel dat door het zieke hartweefsel gaat, geleid vertraagd. Het normaal geleide signaal treft ook de 'achterkant' van het trage pad. Het trage pad wordt van twee kanten ge-exiteerd en het signaal dooft uit.  
#Het electrische signaal splitst zich in twee wegen. Het deel dat via het gezonde hartweefsel gaat, geleid normaal. Het deel dat door het zieke hartweefsel gaat, geleid vertraagd. Het normaal geleide signaal treft ook de 'achterkant' van het trage pad. Het trage pad wordt van twee kanten ge-exiteerd en het signaal dooft uit.  
#Als nu snel (bijvoorbeeld een vroege extrasystole) een nieuw signaal komt, is het normale hartweefsel daar al klaar voor (gerepolariseerd), het trage pad is echter nog refractair: het kan niet ge-exiteerd worden. Tegen de tijd dat het normaal geleide signaal weer de achterkant van het trage pad tegenkomt, is dit wel weer klaar voor de volgende slag en zo wordt het trage pad 'in zijn staart' ge-exiteerd. Het signaal gaat door het trage pad en komt uiteindelijk weer gezond weefsel tegen dat zit te wachten op de volgende slag. Dit wordt ge-exiteerd en zo ontstaat een cirkel als een slang die in zijn staart bijt. Deze snelle pulsgenerator kan leiden toch bijvoorbeeld een ventrikeltachycardie.
#Als nu snel (bijvoorbeeld een vroege extrasystole) een nieuw signaal komt, is het normale hartweefsel daar al klaar voor (gerepolariseerd), het trage pad is echter nog refractair: het kan niet ge-exiteerd worden (uni-drectioneel blok). Tegen de tijd dat het normaal geleide signaal weer de achterkant van het trage pad tegenkomt, is dit wel weer klaar voor de volgende slag en zo wordt het trage pad 'in zijn staart' ge-exiteerd. Het signaal gaat door het trage pad en komt uiteindelijk weer gezond weefsel tegen dat zit te wachten op de volgende slag. Dit wordt ge-exiteerd en zo ontstaat een cirkel als een slang die in zijn staart bijt. Deze snelle pulsgenerator kan leiden toch bijvoorbeeld een [[#ventrikeltachycardie|ventrikeltachycardie]].


Er moet dus aan een bepaald aantal voorwaarden voldaan worden alvorens re-entry kan ontstaan:
Er moet dus aan een bepaald aantal voorwaarden voldaan worden alvorens re-entry kan ontstaan:
Regel 23: Regel 34:
#In een van deze wegen moet een unidirectioneel block bestaan; dit betekent dat de electrische prikkel in een bepaalde richting niet, maar in tegenovergestelde richting wel kan lopen.
#In een van deze wegen moet een unidirectioneel block bestaan; dit betekent dat de electrische prikkel in een bepaalde richting niet, maar in tegenovergestelde richting wel kan lopen.
#Het omliggende weefsel moet weer prikkelbaar zijn door de electriche prikkel; de refractaire periode moet dus voorbij zijn, anders dooft de prikkel namelijk uit.
#Het omliggende weefsel moet weer prikkelbaar zijn door de electriche prikkel; de refractaire periode moet dus voorbij zijn, anders dooft de prikkel namelijk uit.
Op het model hierboven zie je op de onderste afbeelding het re-entry model. Als een enkele Purkinje vezel twee bundels (1&2) vormt, zal de actiepotentiaal (ap) zich verdelen en lopen over beide bundels naar beneden (bovenste afbeelding). Als deze bundels bij elkaar komen in bundel 3, zullen de actiepotentialen elkaar uitschakelen. Een electrode (*) in bundel 3 registreert dan een enkele normale ap.
Als bundel 2 (onderste afbeelding), bijvoorbeeld, een unidirectioneel block (electrische impuls loopt retrograad maar niet orthograad) heeft. Dan zal de ap via bundeltak 1 via bundeltak 3 weer via bundeltak 2 (blauwe lijn) omhoog lopen. Binnen het block(grijze gebied), is de conductiesnelheid gerduceerd vanwege de depolarisatie. Als de ap het block weer verlaat zal deze, mits het gebied aldaar weer exciteerbaar is, via bundeltak 1 weer naar beneden lopen (re-entry!). Als de ap het block verlaat en daar niet exciteerbaar weefsel aantreft (effectieve refractaire periode), zal deze ap uitdoven.
{{clr}}
===Verhoogde automaticiteit===
{{clr}}
===Triggered activity===
{{clr}}
{{clr}}


5.024

bewerkingen