P-top-morfologie: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Ivos heeft pagina P top morfologie hernoemd naar P-top-morfologie: beter Nederlands)
 
(53 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Aan de P top is te zien of er sprake is van rechter of linker atriumbelasting.  
{{nav|
|previouspage=Hartas
|previousname=Stap 4: Hartas
|nextpage=QRS morfologie
|nextname=Stap 6: QRS-morfologie
}}
{{auteurs|
|mainauthor= [[user:Drj|J.S.S.G. de Jong, MD]]
|supervisor=
|coauthor=
|moderator= [[user:Drj|J.S.S.G. de Jong, MD]]
|editor=
}}
De P-top geeft de elektrische activiteit van de atria weer. De vorm (= morfologie) van de P-top geeft een indruk van de grootte van de atria en ook of het ritme uit de sinusknoop komt, dan wel van elders uit de atria. De morfologie van de P-top is over het algemeen het best te beoordelen in de afleidingen II en V1.
==De normale P-top==
[[Afbeelding:normalSR.jpg|thumb|Normaal sinusritme met een positieve P-top in I, II en AVF én een bifasische P-top in V1.]]
[[Afbeelding:p_wave_morphology.svg|thumb|Een afwijkende P-top past bij rechter- of linkeratriumdilatatie.]]
[[Afbeelding:pta_changes.svg|thumb|Een afwijkend PTa-segment bij pericarditis of een atriaal infarct.]]
De kenmerken van een normale P-top zijn te herleiden uit de richting van de normale atriale ontlading. Deze begint in de sinusknoop en gaat dan richting AV-knoop. De elektrische activiteit van de P-top is daarom in de richting van de afleidingen II en AVF. Gekeken vanuit afleiding V1, die heel dicht bij het rechteratrium zit, is de activiteit soms heel even positief en daarna voornamelijk negatief. Zo ontstaat een bifasische P-top.


De morfologie van de P-top wordt vastgesteld in afleiding II en V1, wanneer tenminste sprake is van sinusritme.
De hoogte van de P-top wordt voornamelijk bepaald door de grootte van de atria. De dikte van de atriale wand is heel beperkt (enkele mm). Bij drukverhoging in de atria ontstaat daarom geen hypertrofie zoals bij de ventrikels, maar dilatatie. De dunne wand is namelijk niet goed in staat drukverhoging goed op te vangen. Een grote P-top is een uiting van atriale vergroting.
{| class="wikitable"
!Kenmerken van een normale P-top:<cite>Spodick</cite>
|-
|
*De maximale hoogte van de P-top is 2,5 mm in II en/of III
*De breedte van de P-top is normaal korter dan 0,12 seconde
*De P-top is positief in II en AVF, en bifasisch in V1.  
|}


===Hypertrofie===
Is de '''P-top-richting''' anders dan normaal, dan is er geen [[sinusritme]], maar een [[atriaal ritme]]


De toename van de dikte van de spierwand in de boezems van het hart kunnen middels een ECG worden vastgesteld. Hierbij levert de P-top mogelijke aanwijzingen. Afleiding V1 is hiervoor het best geschikt. Deze ligt direct boven de boezems.
Bij een '''te grote of te brede P-top''' is er sprake van linker- of rechter[[Hypertrofie en dilatatie|atriumdilatatie]]
Bij boezemhypertrofie geeft de P-top zowel positieve als negatieve uitslag. Ook wel een '''bifasische''' P*top genoemd.


===Linkeratriumbelasting===
Net als de ventrikels hebben depolariserende atria ook een repolarisatiefase. De repolarisatie van de atria uit zich in het '''[[PTa segment|PTa-segment]]''' (atriale T-top). Normaal bevindt dit segment zich op de hoogte van de basislijn. Bij elevatie of depressie van het [[PTa segment|PTa-segment]] kan er sprake zijn van een [[Ischemie#atriaal_.2F_boezem_infarct|atriaal infarct]] of [[Overigen#Pericarditis|pericarditis]].
[[Afbeelding:LAE_2.jpg|thumb|frame|right]]
'''Linkeratriumbelasting''' ontstaat met name bij een mitralisinsufficientie. Bij linker-boezemhypertrofie toont de ECG (V1) een diep en breed (toename van de activatieduur) tweede deel van de bifasisce P-top (''P mitrale''). Dit deel is meestal negatief.
 
Criteria voor LA-hypertrofie/-overbelasting:
*P met breed (>0,04 sec) en diep negatief (>1 mm) terminaal deel in V1, en/of P >0,12 sec in I en/of II
{{clr}}
 
===Rechterariumbelasting===
[[Afbeelding:Rae.jpg|frame|right|thumb]]
'''Rechteratriumbelasting''' kan een aanwijzing zijn voor een hoge druk in de ateria pulmonalis, bijvoorbeeld bij een longembolie. Op het ECG (V1) is een groot eerste deel van de bifasiche P-top een teken voor rechter-boezemhypertrofie. De breedte van de P-top blijft normaal. De toename in de activatieduur van de rechteratria valt samen met die van de linkeratria en zal dus niet detecteerbaar zijn.
 
Criteria voor RA-hypertrofie/-overbelasting:
*P >2,5 mm in II en/of III en/of aVF, en/of P >1,5 mm in V1(eerste positieve deel).
{{clr}}
{{clr}}


 
==Referenties==
 
<biblio>
'''NB''' Toont het ECG aanwijzingen voor rechteratriumhypertrofie in afwezigheid van triscupidalis stenose, dan moet men altijd denken aan de mogelijkheid van rechterventrikelhypertrofie naast hypertrofie van het atrium.
#Spodick pmid=1575201
</biblio>

Huidige versie van 8 jul 2017 om 11:44

Vorige stap: Stap 4: Hartas | Volgende stap: Stap 6: QRS-morfologie


Auteur J.S.S.G. de Jong, MD
Co-Auteur
Moderator J.S.S.G. de Jong, MD
Supervisor
Lees meer over auteurschap op ECGpedia

De P-top geeft de elektrische activiteit van de atria weer. De vorm (= morfologie) van de P-top geeft een indruk van de grootte van de atria en ook of het ritme uit de sinusknoop komt, dan wel van elders uit de atria. De morfologie van de P-top is over het algemeen het best te beoordelen in de afleidingen II en V1.

De normale P-top

Normaal sinusritme met een positieve P-top in I, II en AVF én een bifasische P-top in V1.
Een afwijkende P-top past bij rechter- of linkeratriumdilatatie.
Een afwijkend PTa-segment bij pericarditis of een atriaal infarct.

De kenmerken van een normale P-top zijn te herleiden uit de richting van de normale atriale ontlading. Deze begint in de sinusknoop en gaat dan richting AV-knoop. De elektrische activiteit van de P-top is daarom in de richting van de afleidingen II en AVF. Gekeken vanuit afleiding V1, die heel dicht bij het rechteratrium zit, is de activiteit soms heel even positief en daarna voornamelijk negatief. Zo ontstaat een bifasische P-top.

De hoogte van de P-top wordt voornamelijk bepaald door de grootte van de atria. De dikte van de atriale wand is heel beperkt (enkele mm). Bij drukverhoging in de atria ontstaat daarom geen hypertrofie zoals bij de ventrikels, maar dilatatie. De dunne wand is namelijk niet goed in staat drukverhoging goed op te vangen. Een grote P-top is een uiting van atriale vergroting.

Kenmerken van een normale P-top:[1]
  • De maximale hoogte van de P-top is 2,5 mm in II en/of III
  • De breedte van de P-top is normaal korter dan 0,12 seconde
  • De P-top is positief in II en AVF, en bifasisch in V1.

Is de P-top-richting anders dan normaal, dan is er geen sinusritme, maar een atriaal ritme

Bij een te grote of te brede P-top is er sprake van linker- of rechteratriumdilatatie

Net als de ventrikels hebben depolariserende atria ook een repolarisatiefase. De repolarisatie van de atria uit zich in het PTa-segment (atriale T-top). Normaal bevindt dit segment zich op de hoogte van de basislijn. Bij elevatie of depressie van het PTa-segment kan er sprake zijn van een atriaal infarct of pericarditis.

Referenties

  1. Spodick DH, Raju P, Bishop RL, and Rifkin RD. Operational definition of normal sinus heart rate. Am J Cardiol. 1992 May 1;69(14):1245-6. DOI:10.1016/0002-9149(92)90947-w | PubMed ID:1575201 | HubMed [Spodick]