Vergelijking met het oude ecg: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (Ivos heeft pagina Vergelijking met het oude ECG hernoemd naar Vergelijking met het oude ecg: betere schrijfwijze) |
||
(8 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Als een patiënt binnenkomt en er een | {{nav| | ||
|previouspage=ST morfologie | |||
|previousname=Stap 7: ST-morfologie | |||
|nextpage=Conclusie | |||
|nextname=Stap 7+2: Conclusie | |||
}} | |||
{{auteurs| | |||
|mainauthor= [[user:Drj|J.S.S.G. de Jong, MD]] | |||
|advisor= | |||
|coauthor= | |||
|moderator= [[user:Drj|J.S.S.G. de Jong, MD]] | |||
|editor= | |||
}} | |||
__NOTOC__ | |||
Als een patiënt binnenkomt en er een ecg is gemaakt dat afwijkend is, wil dat niet zeggen dat er acuut iets aan de hand is. Andersom sluit een normaal ecg geen afwijkingen uit. | |||
Om meer inzicht te krijgen in wat er aan de hand is, is het belangrijk om het huidige | Om meer inzicht te krijgen in wat er aan de hand is, is het belangrijk om het huidige ecg te vergelijken met een oud ecg. | ||
Belangrijke vragen daarbij zijn: | Belangrijke vragen daarbij zijn: | ||
* Is er een [[#ritmeverandering|ritmeverandering]]? | * Is er een [[#ritmeverandering|ritmeverandering]]? | ||
* Is er een [[#frequentieverandering|frequentieverandering]]? | * Is er een [[#frequentieverandering|frequentieverandering]]? | ||
* Is er verandering in de [[# | * Is er verandering in de [[#Geleidingstijden|geleidingstijden]]? | ||
* Is er een verandering in de [[# | * Is er een verandering in de [[#Hartas|hartas]]? | ||
* Zijn er nieuwe [[# | * Zijn er nieuwe [[#Pathologische Q's|pathologische Q's]]? | ||
* Is er een verandering in [[#R top hoogte|R | * Is er een verandering in [[#R top hoogte|R-tophoogte]]? | ||
* Is er een verandering in [[#ST segmenten|ST segmenten]]? | * Is er een verandering in [[#ST segmenten|ST-segmenten]]? | ||
* Is er een verandering in de [[#T toppen|T toppen]]? | * Is er een verandering in de [[#T toppen|T-toppen]]? | ||
Kortom bij ieder stap van het 7 stappenplan moet je je afvragen of er een verandering is opgetreden | Kortom bij ieder stap van het 7-stappenplan moet je je afvragen of er een verandering is opgetreden | ||
==Ritmeverandering== | ==Ritmeverandering== | ||
Bijvoorbeeld: nieuw boezemfibrilleren. Ongeveer 10% van de ouderen (>70 jaar) heeft boezemfibrilleren en vaak merkt men dat niet. Als je boezemfibrilleren op een | Bijvoorbeeld: nieuw boezemfibrilleren. Ongeveer 10% van de ouderen (> 70 jaar) heeft boezemfibrilleren en vaak merkt men dat niet. Als je boezemfibrilleren op een ecg ziet en iemand bijvoorbeeld kortademig is, zijn er meerdere mogelijkheden: bv. decompensatio cordis door boezemfibrilleren, door ischemie, of bijvoorbeeld een longontsteking. Een oud ecg kan hierbij veel helpen. | ||
==Frequentieverandering== | ==Frequentieverandering== | ||
Bijvoorbeeld bradycardie. Een sinusbradycardie van 50 kan asymptomatisch zijn bij de ene patiënt, maar een ander kan er duizelig van worden. Het is dus van belang om te weten wat iemands normale hartslag is. | Bijvoorbeeld bradycardie. Een sinusbradycardie van 50 kan asymptomatisch zijn bij de ene patiënt, maar een ander kan er duizelig van worden. Het is dus van belang om te weten wat iemands normale hartslag is. | ||
==Geleidingstijden== | ==Geleidingstijden== | ||
PQ verlenging ten opzichte van een oud | PQ-verlenging ten opzichte van een oud ecg kan een teken zijn van een verouderend geleidingssysteem, invloed van medicatie of ischemie. QRS-verbreding past bij ischemie of medicatie. QTc-verlenging kan door medicatie komen, maar kan ook aangeboren zijn. Ook hier helpt een oud ecg. | ||
==Hartas== | ==Hartas== | ||
Een | Een hartasdraaiing kan veroorzaakt worden door ischemie, maar kan ook komen door een aangeboren, fysiek iets gedraaid hart zonder betekenis. Opnieuw kan een oud ecg uitkomst bieden. | ||
== | ==Pathologische Q's== | ||
Dit | Dit zijn één van de belangrijkste verschillen om naar te kijken. Nieuwe pathologische Q's ten opzichte van een oud ecg, tonen aan dat er in de tussentijd een hartinfarct heeft plaatsgevonden. | ||
==R | ==R-tophoogte== | ||
'''Afname''' van de R | '''Afname''' van de R-tophoogte kan een teken zijn van een infarct in de tussentijd. Tamponade, cardiomyopathie en toegenomen lichaamsomvang zijn andere opties. | ||
'''Toename''' van R | '''Toename''' van R-tophoogte past bij linkerventrikelhypertrofie (met name V5-V6), of een posteriorinfarct (V2-V3). Gewichtsverlies (ecg-plakkers dichter op het hart) | ||
==ST segmenten== | ==ST-segmenten== | ||
Nieuwe ST-elevatie past in eerste instantie bij een acuut myocardinfarct. ST-elevatie kan ook chronisch aanwezig zijn bij een aneurysma cordis en enkele weken aanwezig zijn bij een pericarditis. | Nieuwe ST-elevatie past in eerste instantie bij een acuut myocardinfarct. ST-elevatie kan ook chronisch aanwezig zijn bij een aneurysma cordis en enkele weken aanwezig zijn bij een pericarditis. Bij chronische ST-elevatie of -depressie kan het normaliseren van het ST-segment juist duiden op pathologie (bv. ST-elevatie bovenop bestaande ST-depressie kan resulteren in een horizontaal ST-segment). Dit wordt '''pseudonormalisatie''' genoemd. | ||
==T toppen== | |||
T | ==T-toppen== | ||
T-topinversie heeft veel mogelijke oorzaken. Ischemie, elektrolytstoornissen maar ook stress is een optie. Het is meestal niet specifiek genoeg om hier een onderscheid tussen te maken. T-topinversie is dus meer een teken dat er 'iets' aan de hand is. Nader onderzoek (vervolg-ecg's, laboratoriumonderzoek) kan uitwijzen wat dat dan is. |
Huidige versie van 8 jul 2017 om 11:56
Vorige stap: Stap 7: ST-morfologie | Volgende stap: Stap 7+2: Conclusie |
Auteur | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Co-Auteur | ||
Moderator | J.S.S.G. de Jong, MD | |
Supervisor | {{{supervisor}}} | |
Lees meer over auteurschap op ECGpedia |
Als een patiënt binnenkomt en er een ecg is gemaakt dat afwijkend is, wil dat niet zeggen dat er acuut iets aan de hand is. Andersom sluit een normaal ecg geen afwijkingen uit.
Om meer inzicht te krijgen in wat er aan de hand is, is het belangrijk om het huidige ecg te vergelijken met een oud ecg.
Belangrijke vragen daarbij zijn:
- Is er een ritmeverandering?
- Is er een frequentieverandering?
- Is er verandering in de geleidingstijden?
- Is er een verandering in de hartas?
- Zijn er nieuwe pathologische Q's?
- Is er een verandering in R-tophoogte?
- Is er een verandering in ST-segmenten?
- Is er een verandering in de T-toppen?
Kortom bij ieder stap van het 7-stappenplan moet je je afvragen of er een verandering is opgetreden
Ritmeverandering
Bijvoorbeeld: nieuw boezemfibrilleren. Ongeveer 10% van de ouderen (> 70 jaar) heeft boezemfibrilleren en vaak merkt men dat niet. Als je boezemfibrilleren op een ecg ziet en iemand bijvoorbeeld kortademig is, zijn er meerdere mogelijkheden: bv. decompensatio cordis door boezemfibrilleren, door ischemie, of bijvoorbeeld een longontsteking. Een oud ecg kan hierbij veel helpen.
Frequentieverandering
Bijvoorbeeld bradycardie. Een sinusbradycardie van 50 kan asymptomatisch zijn bij de ene patiënt, maar een ander kan er duizelig van worden. Het is dus van belang om te weten wat iemands normale hartslag is.
Geleidingstijden
PQ-verlenging ten opzichte van een oud ecg kan een teken zijn van een verouderend geleidingssysteem, invloed van medicatie of ischemie. QRS-verbreding past bij ischemie of medicatie. QTc-verlenging kan door medicatie komen, maar kan ook aangeboren zijn. Ook hier helpt een oud ecg.
Hartas
Een hartasdraaiing kan veroorzaakt worden door ischemie, maar kan ook komen door een aangeboren, fysiek iets gedraaid hart zonder betekenis. Opnieuw kan een oud ecg uitkomst bieden.
Pathologische Q's
Dit zijn één van de belangrijkste verschillen om naar te kijken. Nieuwe pathologische Q's ten opzichte van een oud ecg, tonen aan dat er in de tussentijd een hartinfarct heeft plaatsgevonden.
R-tophoogte
Afname van de R-tophoogte kan een teken zijn van een infarct in de tussentijd. Tamponade, cardiomyopathie en toegenomen lichaamsomvang zijn andere opties.
Toename van R-tophoogte past bij linkerventrikelhypertrofie (met name V5-V6), of een posteriorinfarct (V2-V3). Gewichtsverlies (ecg-plakkers dichter op het hart)
ST-segmenten
Nieuwe ST-elevatie past in eerste instantie bij een acuut myocardinfarct. ST-elevatie kan ook chronisch aanwezig zijn bij een aneurysma cordis en enkele weken aanwezig zijn bij een pericarditis. Bij chronische ST-elevatie of -depressie kan het normaliseren van het ST-segment juist duiden op pathologie (bv. ST-elevatie bovenop bestaande ST-depressie kan resulteren in een horizontaal ST-segment). Dit wordt pseudonormalisatie genoemd.
T-toppen
T-topinversie heeft veel mogelijke oorzaken. Ischemie, elektrolytstoornissen maar ook stress is een optie. Het is meestal niet specifiek genoeg om hier een onderscheid tussen te maken. T-topinversie is dus meer een teken dat er 'iets' aan de hand is. Nader onderzoek (vervolg-ecg's, laboratoriumonderzoek) kan uitwijzen wat dat dan is.