Hartas: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 49: | Regel 49: | ||
Samen is dit voldoende informatie om te weten dat de hartas normaal is! Je hoeft meestal dus alleen naar 2 afleidingen te kijken! | Samen is dit voldoende informatie om te weten dat de hartas normaal is! Je hoeft meestal dus alleen naar 2 afleidingen te kijken! | ||
De grootste vector in het hart loopt van de AV-knoop in de richting van de kamerdepolarisatie. | |||
De grootste vector in het hart loopt van de AV-knoop in de richting van de kamerdepolarisatie. Deze wijst dus onder normale omstandigheden naar linksonder (positie hart/Afleiding I+AVF). De positie van de ORS vector kan in graden worden uitgedrukt. Hiertoe maakt men gebruik van een cirkel geprojecteerd op het menselijk borstkast (zie fig. boven). Het midden van de cirkel is altijd de AV-knoop. | |||
<pre>Een normale hartas ligt tussen de -30 en +90 graden.</pre> | <pre>Een normale hartas ligt tussen de -30 en +90 graden.</pre> | ||
De richting van de vector kan onder verschillende omstandigheden veranderen: | |||
1) Is het hart gedraaid en wijst deze dus niet meer naar linksonder dan draait de hartas in dezelfde richting als het hart mee. Bijv. het hart wijst naar rechts dan is de ORS-vector ook naar rechts gelocaliseerd. | |||
2) In het geval van een hypertrofisch hart, zal door grotere elektrische activiteit de vector in die richting meedraaien (naar hypertrofisch weefsel toe). | |||
3) Het omgekeerde geldt voor weefsl dat is geinfarceerd. Hier worden namelijk geen elektrische prikkels meer voortgeleid. Dit weefsel draagt niet meer bij aan het ontstaan van vectoren. De QRS-vector draait dan van het geinfarceerde weefsel af. | |||
Met deze kennis in het achterhoofd is het vrij eenvoudig om de electrische hartas te bepalen. | Met deze kennis in het achterhoofd is het vrij eenvoudig om de electrische hartas te bepalen. | ||
Versie van 29 jan 2006 17:11
Wat is de electrische hartas?
De electrische hartas geeft de gemiddelde richting aan van alle electrische activiteit in het hart.
Veel mensen vinden dit een moeilijk concept. De theorie lijkt ook ingewikkeld, maar uiteindelijk is de praktijk heel eenvoudig.
De depolarisatie begint in de sinusknoop en gaat via het geleidingssysteem naar de ventrikels. De linker ventrikel heeft meer spierweefsel dan de rechter ventrikel.
De afleidingen van het ECG
Willem Einthoven (1860-1927) heeft in 1924 de Nobelprijs gekregen als grondlegger van het huidige ECG. Hij sloot zijn electrodes aan op de patient en liet het electrische verschil tussen twee electrodes uitschrijven door een galvanometer. Wij spreken nog steeds van de afleidingen van Einthoven.
De extremiteitsafleidingen
De extremiteitsafleidingen zijn:
- I van rechter naar linker arm
- II van rechter arm naar linker been
- III van linker arm naar linker been
Daarnaast zijn er electrisch afgeleide afleidingen. Deze hebben als centrum het electrisch gemiddelde van de extremiteitsafleidingen (ongeveer het hart zelf dus).
- AVL wijst naar de Linker arm
- AVR naar de Rechter arm
- AVF naar de voeten (Feet)
Uiteindelijk is er een roos op het hart te tekenen met al deze afleidingen.
De definitie is dat als de electrische ontlading zich verplaatst in de richting van de desbetreffende afleiding, de electrische uitslag positief is.
De electrische hartas
De elektrische hartas wordt in beeld gebracht middels een vector. Deze geeft de richting aan waarin de elektrische prikkels lopen. Dit is belangrijk bij het beoordelen van een ECG.
Bijvoorbeeld:
- Grootste QRS deflectie in afleiding I: de electrische activiteit wijst naar links (voor de patient)
- Grootste QRS deflectie in afleiding AVF: de electrische activiteit wijst naar beneden.
Samen is dit voldoende informatie om te weten dat de hartas normaal is! Je hoeft meestal dus alleen naar 2 afleidingen te kijken!
De grootste vector in het hart loopt van de AV-knoop in de richting van de kamerdepolarisatie. Deze wijst dus onder normale omstandigheden naar linksonder (positie hart/Afleiding I+AVF). De positie van de ORS vector kan in graden worden uitgedrukt. Hiertoe maakt men gebruik van een cirkel geprojecteerd op het menselijk borstkast (zie fig. boven). Het midden van de cirkel is altijd de AV-knoop.
Een normale hartas ligt tussen de -30 en +90 graden.
De richting van de vector kan onder verschillende omstandigheden veranderen: 1) Is het hart gedraaid en wijst deze dus niet meer naar linksonder dan draait de hartas in dezelfde richting als het hart mee. Bijv. het hart wijst naar rechts dan is de ORS-vector ook naar rechts gelocaliseerd. 2) In het geval van een hypertrofisch hart, zal door grotere elektrische activiteit de vector in die richting meedraaien (naar hypertrofisch weefsel toe). 3) Het omgekeerde geldt voor weefsl dat is geinfarceerd. Hier worden namelijk geen elektrische prikkels meer voortgeleid. Dit weefsel draagt niet meer bij aan het ontstaan van vectoren. De QRS-vector draait dan van het geinfarceerde weefsel af.
Met deze kennis in het achterhoofd is het vrij eenvoudig om de electrische hartas te bepalen.
Regel: grootste QRS deflectie in I en II is een intermediaire = normale hartas. Dus als er een positieve uitslag is in I en II hoef je niet verder te kijken. De hartas is dan normaal.
Wat heb je aan deze kennis?
Een afwijkende of veranderende hartas kunnen een aanwijzing zijn voor o.a. ischemie of geleidingsvertraging en geven zo een hint dat er iets mis is. Een linkeras afwijking wijst op een verhoogde activiteit in het linker ventrikel, een rechter asdraai duidt op een verhoogde electrische activiteit in het rechter ventrikel.
Voorbeelden van oorzaken van een asdraai naar links:
- Linker anterior hemiblok
- Onderwandinfarct
- Linker ventrikelhypertrofie
- Pacemakerritme
Voorbeelden van oorzaken van een asdraai naar rechts:
- Rechter ventrikelhypertrofie
- Rechter ventrikelbelasting, bijvoorbeeld bij longembolien of cor pulmonale
- Atriumseptumdefect, ventrikelseptumdefect