Ritme: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
*De maximale hoogte van de p top is 2,5 mm in II en / of III | *De maximale hoogte van de p top is 2,5 mm in II en / of III | ||
*De p top is positief in I en II, en bifasisch in V1 | *De p top is positief in I en II, en bifasisch in V1 | ||
[[Afbeelding:Normaal ecg.jpg|thumb|left]] | |||
{{clr}} | |||
Deze laatste twee definities komen aan bod in het hoofdstukje [[p top morfologie]]. | Deze laatste twee definities komen aan bod in het hoofdstukje [[p top morfologie]]. | ||
Hartritmes die geen sinusritme zijn komen aan bod in het hoofdstuk [[ritmestoornissen]]. | Hartritmes die geen sinusritme zijn komen aan bod in het hoofdstuk [[ritmestoornissen]]. |
Versie van 31 aug 2005 07:45
Dit stuk gaat over het normale ECG. Het normale hartritme is sinusritme. Dat wil zeggen dat het ritme zijn oorsprong heeft in de sinusknoop, de snelste fysiologische impulsgenerator van het hart.
De sinusknoop bevindt zich in het dak van het rechter atrium. Als de sinusknoop vuurt depolariseert eerst het rechter atrium, dan het linker atrium, vervolgens de AV (atrioventriculaire) knoop en via de bundel van HIS en het geleidingssysteem worden de ventrikels vervolgens gestimuleert.
Met deze kennis is het vrij eenvoudig om sinusritme te herkennen op het ECG.
De eigenschappen van normaal sinusritme:
- Een p top gaat vooraf aan het QRS complex
- Op iedere p top volgt een QRS complex
- Het ritme is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling
- De frequentie ligt tussen de 60 en 100 / minuut.
- De maximale hoogte van de p top is 2,5 mm in II en / of III
- De p top is positief in I en II, en bifasisch in V1
Deze laatste twee definities komen aan bod in het hoofdstukje p top morfologie.
Hartritmes die geen sinusritme zijn komen aan bod in het hoofdstuk ritmestoornissen.