Hypertrofie en dilatatie: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 7: | Regel 7: | ||
Om de diagnose LVH te stellen, moet een van de volgende criteria aanwezig zijn: | Om de diagnose LVH te stellen, moet een van de volgende criteria aanwezig zijn: | ||
*R in V5 of V6 + S in V1 >35 mm. (het zogenoemde Sokolow-Lyon criterium) | |||
*R >26 mm in V5of V6; | *R >26 mm in V5of V6; | ||
*R >20 mm in I, II of III; | *R >20 mm in I, II of III; | ||
*R >12 mm in aVL (mits geen LAFB); | *R >12 mm in aVL (mits geen LAFB); | ||
[[Afbeelding:E_lvh.jpg]] | [[Afbeelding:E_lvh.jpg]] | ||
Versie van 26 apr 2006 18:38
Bij hypertrofie ontstaat er een verdikking van de hartspier. Dit kan verschllende oorzaken hebben. Meestal gaat het om ziektes die een verhoogde belasting van de hartspier geven, bijvoorbeeld hypertensie of aortaklepstenose. Er bestaat ook een aangeboren vorm van hypertrofie: hypertrofische obstructieve cardiomyopathie.
Zowel de linker als de rechter hartkamer kan verdikt zijn. Dit geeft verschillende beelden op het ECG.
Criteria voor linkerhypertrofie
Bij hypertrofie van de linkerventrikel worden de QRS-complexen qua hoogte en diepte veel groter dan normaal. Met name in de afleidingen V1-V6. Hierbij is in V1 de S-deflectie diep en in V5 de R-top hoog.
Om de diagnose LVH te stellen, moet een van de volgende criteria aanwezig zijn:
- R in V5 of V6 + S in V1 >35 mm. (het zogenoemde Sokolow-Lyon criterium)
- R >26 mm in V5of V6;
- R >20 mm in I, II of III;
- R >12 mm in aVL (mits geen LAFB);
Criteria voor rechterventrikelhypertrofie
- type I: R of R' >5 mm in Vl + R of R' >S in V1+ precordiaal afname R/S- of R'/S-ratio naar links;
- type II: S >R in I + S >R in V5