Pathologische Q-golven: verschil tussen versies
Regel 12: | Regel 12: | ||
<pre> | <pre> | ||
Voor de diagnose 'doorgemaakt myocardinfarct' moet aan 1 van de volgende criteria voldaan zijn: | |||
Q >0,04 sec of Q >0,03 sec. mits Q >1/3 R in I II aVF V2V3V4V5of V6; | |||
Q >0,04 sec in aVL mits R aldaar >3 mm; | |||
Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in aVF; | Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in aVF; | ||
QS in V2V3V4V5 of V6mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; | QS in V2V3V4V5 of V6mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; | ||
Regel 20: | Regel 21: | ||
QS in II; | QS in II; | ||
R-afname tot 2 mm of minder tussen V1-V2 of V2-V3 of V3-V4 </pre> | R-afname tot 2 mm of minder tussen V1-V2 of V2-V3 of V3-V4 </pre> | ||
[[Afbeelding:E oldimi.jpg|frame|left|Een pathologische Q golf]] | [[Afbeelding:E oldimi.jpg|frame|left|Een pathologische Q golf]] | ||
{{clr}} | {{clr}} |
Versie van 6 jul 2006 22:18
Criteria voor doorgemaakt myocardinfarct
Een doorgemaakt myocardinfarct is te herkennen aan een pathologische Q golf. Een pathologische Q golf is dieper dan 1/3 van de hoogte van het QRS complex en breder dan 0,04 sec.
NB: Afwezigheid van pathologische Q sluit een infarct niet uit.
Een pathologische Q golf ontstaat doordat er op de plaats van de ECG afleiding geen electrisch signaal is, doordat het hartweefsel op die plaats is vervangen door littekenweefsel. Hierdoor komt er geen electrisch signaal naar de desbetreffende ECG-plakker toe, maar gaat alle electrische activiteit ervan af.
De preciese criteria voor een pathologische Q zijn uitgebreid. Soms is het belangrijk om hier goed naar te kijken, omdat het voor een patient veel kan uitmaken of hij een hartinfarct heeft doorgemaakt of dat er niets aan de hand is.
Voor de diagnose 'doorgemaakt myocardinfarct' moet aan 1 van de volgende criteria voldaan zijn: Q >0,04 sec of Q >0,03 sec. mits Q >1/3 R in I II aVF V2V3V4V5of V6; Q >0,04 sec in aVL mits R aldaar >3 mm; Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in aVF; QS in V2V3V4V5 of V6mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; QS in V1 t/m V3; QS in V1 en V2 mits geen LVH; QS in II; R-afname tot 2 mm of minder tussen V1-V2 of V2-V3 of V3-V4
- ST-elevatie >1 mm in I II aVL aVF V3V4V5 of V6;
- ST-elevatie >2 mm in V1 of V2.
NB Een Q-golf in Afleiding III verwijst niet altijd naar een infarct, ondanks dat deze van significant belang kan zijn. Verandering in de grootte van de Q-golf in Afleiding III kan het gevolg van de normale ademhaling. Een Q-golf in de Afleidingen II en aVF zijn eerder representatief voor een MI.