Actiepotentiaal: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Deze actiepotentiaal bestaat uit een aantal fasen; | Deze actiepotentiaal bestaat uit een aantal fasen; | ||
*Fase 4, ook wel de rustfase. Het membraanpotentiaal; -90mV | *'''Fase 4''', ook wel de rustfase. Het membraanpotentiaal; -90mV | ||
*Fase 0, Snelle natrium kanalen worden geopend en natrium stroomt de cel in (depolarisatie). Dit zorgt voor de snelle upstroke. | *'''Fase 0''', Snelle natrium kanalen worden geopend en natrium stroomt de cel in (depolarisatie). Dit zorgt voor de snelle upstroke. | ||
*Fase 1, Kalium stroomt de cel uit (efflux) wat ervoor zorgt dat het membraanpotentiaal zichzelf herstelt naar 0mV | *'''Fase 1''', Kalium stroomt de cel uit (efflux) wat ervoor zorgt dat het membraanpotentiaal zichzelf herstelt naar 0mV | ||
*Fase 2, ook wel de plateaufase Deze fase wordt gekenmerkt door kalium efflux en calicium influx (de cel in). | *'''Fase 2''', ook wel de plateaufase Deze fase wordt gekenmerkt door kalium efflux en calicium influx (de cel in). | ||
*Fase 3, De kalium efflux overschrijdt de calcium influx. De membraanpotentiaal herstelt zich weer tot 90mV (repolarisatie). | *'''Fase 3''', De kalium efflux overschrijdt de calcium influx. De membraanpotentiaal herstelt zich weer tot 90mV (repolarisatie). | ||
[[Afbeelding:actionpetential.png|thumb|De actiepotentiaal van een cardiomyocyt kent verschillende fasen en bijbehordende ionstromen.]] | [[Afbeelding:actionpetential.png|thumb|De actiepotentiaal van een cardiomyocyt kent verschillende fasen en bijbehordende ionstromen.]] | ||
Doordat aan elkaar grenzende hartspiercellen depolariseren, ontstaat er een soort domino-effect in de vorm van een depolarisatiegolf. Deze depolarisatiegolf wordt geregistreerd op het ECG. | Doordat aan elkaar grenzende hartspiercellen depolariseren, ontstaat er een soort domino-effect in de vorm van een depolarisatiegolf. Deze depolarisatiegolf wordt geregistreerd op het ECG. |
Versie van 7 sep 2008 11:42
Een Actiepotentiaal
Een individuele hartcel spant zich aan wanneer er calcium-ionen naar binnen stromen. Maar deze calcium-ionen moeten ook weer naar buiten, anders zou de cel aangespannen blijven. Iedere hartslag opnieuw worden er ionen naar binnen gelaten en weer naar buiten gepompt door ion-kanalen op de hartspiercel.
Dit proces wordt in gang gezet door een doorgegeven electrisch signaal van de naburige cellen. Als reactie hierop, depolariseert de hartcel. Hierbij maakt hij ook zelf een electrisch signaal, de actiepotentiaal.
Deze actiepotentiaal bestaat uit een aantal fasen;
- Fase 4, ook wel de rustfase. Het membraanpotentiaal; -90mV
- Fase 0, Snelle natrium kanalen worden geopend en natrium stroomt de cel in (depolarisatie). Dit zorgt voor de snelle upstroke.
- Fase 1, Kalium stroomt de cel uit (efflux) wat ervoor zorgt dat het membraanpotentiaal zichzelf herstelt naar 0mV
- Fase 2, ook wel de plateaufase Deze fase wordt gekenmerkt door kalium efflux en calicium influx (de cel in).
- Fase 3, De kalium efflux overschrijdt de calcium influx. De membraanpotentiaal herstelt zich weer tot 90mV (repolarisatie).
Doordat aan elkaar grenzende hartspiercellen depolariseren, ontstaat er een soort domino-effect in de vorm van een depolarisatiegolf. Deze depolarisatiegolf wordt geregistreerd op het ECG.