QRS-morfologie: verschil tussen versies
		
		
		
		Naar navigatie springen
		Naar zoeken springen
		
Geen bewerkingssamenvatting  | 
				|||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
Bepaalde verschijnselen gaan gepaard met een karakteristieke QRS-morfologie. Op grond van de QRS-morfologie kan men vaststellen of er sprake is van:  | Bepaalde verschijnselen gaan gepaard met een karakteristieke QRS-morfologie. Op grond van de QRS-morfologie kan men vaststellen of er sprake is van:  | ||
*rechter   | *rechter [[ventrikelhypertrofie]]  | ||
*linker   | *linker [[ventrikelhypertrofie]]  | ||
--> In het QRS-complex van afleiding V1 is de S-deflectie onder normale omstandigheden dieper dan de R-top.  | --> In het QRS-complex van afleiding V1 is de S-deflectie onder normale omstandigheden dieper dan de R-top.  | ||
**een intraventriculair geleidingsblok  | **een intraventriculair geleidingsblok  | ||
| Regel 10: | Regel 10: | ||
**een doorgemaakt myocardinfarct.  | **een doorgemaakt myocardinfarct.  | ||
====Criteria voor LBTB====  | ====Criteria voor LBTB====  | ||
Versie van 26 apr 2006 15:27
Bepaalde verschijnselen gaan gepaard met een karakteristieke QRS-morfologie. Op grond van de QRS-morfologie kan men vaststellen of er sprake is van:
- rechter ventrikelhypertrofie
 - linker ventrikelhypertrofie
 
--> In het QRS-complex van afleiding V1 is de S-deflectie onder normale omstandigheden dieper dan de R-top.
- een intraventriculair geleidingsblok
 - linker anterior fascie blok (LAFB)
 - linker posterior fascie blok (LPFB)
 - rechter bundeltak blok (RBTB)
 - linker bundel takblok (LBTB))
 - een doorgemaakt myocardinfarct.
 
Criteria voor LBTB
QRS >0,12 sec met brede R in I aVL V5V6 en afwezige q aldaar.
Criteria voor RBTB
QRS >0,12 sec. met RSR'-patroon in V1waarbij R' >R.
Criteria voor LAFB
asdeviatie naar links (<-30°); geen of vrijwel geen S in I alwaar normale kleine q; S >R in II, III; QRS niet of slechts in geringe mate verbreed.

Criteria voor LPFB
asdeviatie naar rechts >+120°; diepe S in I; kleine q in III; QRS niet of slechts in geringe mate verbreed;
criteria voor RVH of oud lateraal myocardinfarct mogen niet aanwezig zijn.
Criteria voor doorgemaakt myocardinfarct
Een doorgemaakt myocardinfarct is te herkennen aan een pathologische Q golf. Een pathologische Q golf is dieper dan 1/3 van de hoogte van het QRS complex en breder dan 0,04 sec.
Een pathologische Q golf ontstaat doordat er op de plaats van de
Q >0,04 sec of Q >0,03 sec. mits Q >1/3 R in I II aVF V2V3V4V5of V6; Q >0,04 sec in aVL mits R aldaar >3 mm; Q >0,05 sec in III + Q >1 mm in aVF; QS in V2V3V4V5 of V6mits een R aanwezig is in de afleiding rechts van de QS; QS in V1 t/m V3; QS in V1 en V2 mits geen LVH; QS in II; R-afname tot 2 mm of minder tussen V1-V2 of V2-V3 of V3-V4
(voor het stellen van de diagnose doorgemaakt myocardinfarct is de aanwezigheid van 1 van bovenstaande criteria voldoende).


