Lateraalinfarct: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Ivos heeft pagina Lateraal infarct hernoemd naar Lateraalinfarct: betere schrijfwijze)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
{{Hoofdstuk|Ischemie}}
{{Hoofdstuk|Ischemie}}
Een lateraal infarct wordt gekenmerkt door:
Een lateraalinfarct wordt gekenmerkt door:
*'''ST elevatie in I, aVL, V5 en V6'''
*'''ST-elevatie in I, AVL, V5 en V6'''
Omvat de laterale zijde van de linkerkamer (linker zijkant van het hart). Deze wordt door de RCX of de MO van bloed voorzien. De MO, de marginalis obtusis is een zijtak die tussen de LAD en de RCX loopt. Bij een lateraal infarct bevindt de maximale ST elevatie zich in V7 en de maximale depressie zich in V2. <cite>Wung</cite>
Omvat de laterale zijde van de linkerkamer (linkerzijkant van het hart). Deze wordt door de RCX of de MO van bloed voorzien. De MO, de marginalis obtusis is een zijtak die tussen de LAD en de RCX loopt. Bij een lateraalinfarct bevindt de maximale ST-elevatie zich in V7 en de maximale depressie zich in V2. <cite>Wung</cite>

Huidige versie van 10 jul 2017 om 17:56

Dit is onderdeel van het hoofdstuk: Ischemie

Een lateraalinfarct wordt gekenmerkt door:

  • ST-elevatie in I, AVL, V5 en V6

Omvat de laterale zijde van de linkerkamer (linkerzijkant van het hart). Deze wordt door de RCX of de MO van bloed voorzien. De MO, de marginalis obtusis is een zijtak die tussen de LAD en de RCX loopt. Bij een lateraalinfarct bevindt de maximale ST-elevatie zich in V7 en de maximale depressie zich in V2. [1]