Antwoord oefeninfarct 5: verschil tussen versies

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:
'''Waar zit het infarct?'''
'''Waar zit het infarct?'''


[[Image:ami0005.jpg|600px|thumb|left|ECG infarct 5]]
[[Image:ami0005.jpg|600px|thumb|left|Ecg infarct 5]]
{{clr}}
{{clr}}
==Antwoord==
==Antwoord==
Culprit lesie: '''RCX'''
Culprit laesie: '''RCX'''


# sinusritme
# sinusritme
# ongeveer 60/min
# ongeveer 60/min.
# normale geleidingstijden
# normale geleidingstijden
# intermediaire hartas
# intermediaire hartas
# normale p top morfologie
# normale P-top-morfologie
# Geen pathologische Q of LVH. Hoge R in V2, V3.
# Geen pathologische Q of LVH. Hoge R in V2, V3.
# ST depressie in V2, V3. Ook depressie in III en AVF. Neiging tot elevatie in I en AVL.
# ST-depressie in V2, V3. Ook depressie in III en AVF. Neiging tot elevatie in I en AVL.


* Conclusie: '''Postero-lateraal infarct op basis van een RCX occlusie.'''
* Conclusie: '''Posterolateraalinfarct op basis van een RCX-occlusie.'''


NB! het kartelpatroon dat het duidelijkst in AVR te zien is (met een frequentie van > 300/min) is storing en geen boezemflutter of iets dergelijks. In dat laatste geval zouden er geen p-toppen zijn.
NB! het kartelpatroon dat het duidelijkst in AVR te zien is (met een frequentie van > 300/min.) is storing en geen boezemflutter of iets dergelijks. In dat laatste geval zouden er geen P-toppen zijn.


Verder is het vrij uitzonderlijk dat er ST depressie in III te zien is (in plaat van elevatie). De onderwand doet dus niet mee in dit infarct.
Verder is het vrij uitzonderlijk dat er ST-depressie in III te zien is (in plaats van elevatie). De onderwand doet dus niet mee in dit infarct.

Versie van 11 jul 2017 04:23

Deze pagina is onderdeel van de Oefen-ecg's

Vorig ecg: Oefeninfarct 4 | Volgend oefen-ecg: Oefeninfarct 6

Waar zit het infarct?

Ecg infarct 5


Antwoord

Culprit laesie: RCX

  1. sinusritme
  2. ongeveer 60/min.
  3. normale geleidingstijden
  4. intermediaire hartas
  5. normale P-top-morfologie
  6. Geen pathologische Q of LVH. Hoge R in V2, V3.
  7. ST-depressie in V2, V3. Ook depressie in III en AVF. Neiging tot elevatie in I en AVL.
  • Conclusie: Posterolateraalinfarct op basis van een RCX-occlusie.

NB! het kartelpatroon dat het duidelijkst in AVR te zien is (met een frequentie van > 300/min.) is storing en geen boezemflutter of iets dergelijks. In dat laatste geval zouden er geen P-toppen zijn.

Verder is het vrij uitzonderlijk dat er ST-depressie in III te zien is (in plaats van elevatie). De onderwand doet dus niet mee in dit infarct.