Ventriculaire geleiding: verschil tussen versies
Regel 17: | Regel 17: | ||
{{clr}} | {{clr}} | ||
== | == Linkerbundeltakblok versus rechterbundeltakblok == | ||
Kijk in V1 als QRS > 0 | Kijk in V1 als QRS > 0.12 sec. | ||
* Gaat de laatste activiteit van het QRS in V1 naar beneden (van V1 af), dan is er (vrijwel altijd) sprake een LBTB. | * Gaat de laatste activiteit van het QRS in V1 naar beneden (van V1 af), dan is er (vrijwel altijd) sprake een LBTB. | ||
* Gaat de laatste activiteit naar boven, dan is het een RBTB | * Gaat de laatste activiteit naar boven, dan is het een RBTB | ||
[[Afbeelding:LBTB_RBTB_nl.png|thumb| Door een rechter of | [[Afbeelding:LBTB_RBTB_nl.png|thumb| Door een rechter- of linkerbundeltakblok ontstaat een tijdsverschil in de ontlading van de rechter- respectievelijk linkerhartkamer. Dit is op het ecg te zien door een tweede piek in het QRS-complex (R').]] | ||
Kom je er niet uit, | Kom je er niet uit, noem het dan 'intraventriculaire geleidingsvertraging', dat is altijd goed. Meestal is er dan sprake van vertraging in meerdere bundels. | ||
{{clr}} | {{clr}} | ||
===Linkerbundeltakblok=== | ===Linkerbundeltakblok=== |
Versie van 3 jul 2017 20:05
Auteur | J.S.S.G. de Jong | |
Co-Auteur | {{{coauthor}}} | |
Moderator | T.T. Keller | |
Supervisor | ||
Lees meer over auteurschap op ECGpedia |
Geleidingsvertraging
Als het QRS complex breder is dan 0,12 seconde komt dat meestal door een vertraging in het geleidingssysteem een Bundeltakblok:
- linker bundeltak blok (LBTB)
- rechter bundeltak blok (RBTB)
- interventriculaire geleidingsvertraging
Bij een asdraai naar links of rechts kan er sprake zijn van een:
Soms is deze geleidingsvertraging frequentie-afhankelijk: het bundeltakblok ontstaat bij tachycardie en verdwijnt bij normale hartfrequenties.
Linkerbundeltakblok versus rechterbundeltakblok
Kijk in V1 als QRS > 0.12 sec.
- Gaat de laatste activiteit van het QRS in V1 naar beneden (van V1 af), dan is er (vrijwel altijd) sprake een LBTB.
- Gaat de laatste activiteit naar boven, dan is het een RBTB
Kom je er niet uit, noem het dan 'intraventriculaire geleidingsvertraging', dat is altijd goed. Meestal is er dan sprake van vertraging in meerdere bundels.
Linkerbundeltakblok
- LBTB
- QRS > 0,12 sec. met brede R in I, aVL, V5, V6 en afwezige Q aldaar.
Bij een linkerbundeltakblok (LBTB), is de geleiding door de linkerbundel vertraagd. Het begin van de depolarisatie is normaal, maar de laterale wand van het linkerventrikel depolariseert dus sterk vertraagd. Hierdoor is er nog elektrische activiteit in het linkerventrikel op het moment dat de rest van het hart al 'klaar' is; die elektrische activiteit wordt dus niet meer geneutraliseerd door het rechterventrikel. De laatste activiteit gaat dus naar links, ofwel van V1 af. Met deze kennis is een LBTB makkelijk te begrijpen. Het resultaat ziet er als volgt uit:
Rechterbundeltakblok
- RBTB
- QRS > 0,12 sec. met RSR'-patroon in V1, V2 waarbij R' > R.
Door in V1 te kijken, kan je deze opties onderscheiden.
Bij een rechterbundeltakblok (RBTB) eindigt de elektrische activiteit in V1 met een positieve uitslag (de activiteit gaat naar V1 toe, want daar zit ook de rechterkamer). Er is nog elektrische activiteit in de rechterventrikel, terwijl de rest van het hart al 'klaar' is. De laatste activiteit gaat dus naar rechts, ofwel naar V1 toe.
Linkeranterior-hemiblok
Bij een linkeranterior-hemiblok (of linkeranterior-fasciculusblok (LAFB)) is de voorste bundel van de twee linkerbundels geblokkeerd. Hierdoor wordt de voorwand als laatste ontladen. Dit uit zich in een linkerasdraai. De QRS-duur is < 0.12 seconde.
- asdeviatie naar links (< -30°);
- geen of vrijwel geen S in I alwaar normale kleine q;
- S > R in II, III;
- QRS niet of slechts in geringe mate verbreed.
Linkerposterior-hemiblok
Criteria voor een linkerposterior-hemiblok (of linkerposterior-fasciculusblok (LPFB)):
- asdeviatie naar rechts > +120°;
- diepe S in I;
- kleine q in III;
- QRS niet of slechts in geringe mate verbreed;
- criteria voor RVH of oud lateraal myocardinfarct mogen niet aanwezig zijn.
Gecombineerde geleidingsstoornissen
Geleidingsstoornissen treden soms gecombineerd op. Er wordt dan gesproken van een bifasciculair blok of een trifasciculair blok.