Ritmestoornissen
Normaal sinusritme
Het normale sinusritme wordt veroorzaakt door de zelfontlading van de pacemakercellen in de sinusknoop. Vervolgens depolariseren de atria (P top). Daarna volgt een 0.14 seconde vertraging in de AV-knoop, waarna de ventrikels contraheren (QRS complex).
Sinusbradycardie
Tijdens een sinusbradycardie is de sinusknoopontlading traag (<60/min) onder invloed van o.a. medicatie (beta-blokkers), zuurstofgebrek (onderwandinfarct) of hypothermie (onderkoeling). Ook bij een (zeer) sportief persoon kan een sinusbradycardie optreden.
Sinustachycardie
Bij sinustachycardie is de hartslag snel (>100/min). Oorzaken: activiteit / inspanning, stress, ondervulling, sepsis, cardiomyopathie en / of ischemie met slechte pompfunctie, medicatie.
Boezemextrasystole
Boezemextrasystole. Een extra ontlading van de boezems, niet gedirigeerd door de sinusknoop. Het signaal komt dus vanuit een ander gebied in de boezems. Oorzaken: ischemie, overvulling. Kenmerken: compensatoire pauze, smal complex (behalve bij pre-existent bundeltakblok)
Boezemfibrilleren
Boezemfibrilleren. Chaotische depolarisatie van de atria met meerdere bronnen. De atria staan mechanisch stil door een overschot aan electrische depolarisaties tot wel 400 / minuut. Af en toe laat de AV knoop een signaal door. Hierdoor ontstaat een irregulaire opeenvolging van QRS complexen. De pompkracht van het hart is 10-20% verminderd hierdoor . De ventrikels nemen namelijk het grootste deel van de pompkracht voor hun rekening. Oorzaken: leeftijd, ischemie, hyperthyreoidie. Risico: trombo-emboliën.
Boezemflutter. Georganiseerde depolarisatie van de atria in de vorm van een cirkel. De atria contraheren rond de 300 / min. Dit signaal wordt 1:1, 2:1, 3:1 of 4:1 voorgeleid naar de ventrikels, resulterend in een hartfrequentie van 300 (zeldzaam), 150, 100 of 75/min. Vaak is er sprake van een wisselend blok van de AV knoop en daardoor bijvoorbeeld dan weer een 2:1, of 3:1 geleiding. Met name in afleiding II is een constante electrische activiteit te zijn: het ECG is op geen enkel moment vlak. Oorzaken en risico's: identiek aan boezemfibrilleren.
Image
Ventikelextrasystole (VES) of Premature Ventriculaire Contractie (PVC). Een extra slag met zijn oorsprong in de ventrikels. Oorzaken o.a.: ischemie, hypoxie, oud litteken. Daarnaast hebben veel mensen sporadisch VES-sen. Aan de vorm is de oorsprong te herleiden. Een LBTB-vorm komt vaak vanuit het rechter ventrikel. Een VES met RBTB patroon komt vanuit de linker ventrikel. De QRS duur is > 0.12 seconde.
Image
Bigemini.
Image
Trigemini
Idioventriculair ritme. Een traag hartritme met zijn oorsprong in de ventrikels. Als alle andere foci zijn uitgevallen is dit het laatste focus dat overblift voordat het hart stil staat. Onderscheidt zich van een ventriculaire tachycardie omdat er één focus is dat vuurt en niet depolarisatiecirkel.
Image
Ventrikelfibrilleren. Chaotische depolarisatie van de ventrikels. Mechanisch een hartstilstand. Alleen te behandelen met electrische cardioversie. Indien patient bij bewustzijn is, is het meestal een technische fout of electrische stoornis (bijvoorbeeld tandenpoetsende patient).
Image
Asystolie. Géén electrische activiteit. De meest infauste van alle mogelijkheden. Indien patient nog kan praten, moet je de draadjes nog eens goed controleren.
Image
Pacemakeritme. Pacemakerspikes. In het eerste voorbeeld worden de atria gepaced, zodat het QRS pas volgt nadat het signaal door de AV-knoop vertraagd is. In het tweede voorbeeld worden de ventrikels direct gepaced. Aangezien dit vrijwel altijd in de rechter ventrikel gebeurd heeft het QRS complex een LBTB patroon.
Image
Image
Smal complex tachycardiën:
1. AV Nodulaire Re-entry Tachycardie (AVNRT) 2. AtrioVentriculaire Re-entry Tachycardie AVRT 3. cirkeltachycardie 4. atriumfibrilleren met snel volgritme 5. atriumflutter met snel volgritme 6. sinustachycardie
Breed complex tachycardiën:
1. Ventriculaire tachycardie
Image