Boezemfibrilleren

Versie door Drj (overleg | bijdragen) op 14 aug 2007 om 20:37
Dit is onderdeel van het hoofdstuk: Supraventriculaire ritmestoornissen
Atriumfibrilleren
Rhythm atrical fibrillation2.png
Atriale frequentie 400-600 /min
Ventriculaire frequentie 75-175 /min
Regelmaat irregulair
Oorsprong ritme atria (SVT)
P-top afwezig
Effect van adenosine vertraagd
Voorbeeld-ecg: Afib ecg.jpg

Tijdens een boezemflutter of atriumflutter is er chaotische depolarisatie van de atria met meerdere bronnen. De atria staan mechanisch stil door een overschot aan electrische depolarisaties tot wel 600 / minuut. Af en toe laat de AV knoop een signaal door. Hierdoor ontstaat een irregulaire opeenvolging van QRS complexen. Kenmerkend op het ECG is de onregelmatigheid. Soms is er sprake van grofslagig boezemfibrilleren dat zich uit in een onregelmatige basislijn, soms is de basislijn volledig vlak. Tijdens boezemfibrilleren is de pompkracht van het hart 10-20% verminderd. Dit komt door het ontbreken van de 'atriale kick' en doordat het hart tijdens een snel volgende slag te weinig tijd heeft om zich te vullen. Oorzaken: leeftijd (+- 10% van de 70 en 15% van de 90+ jarigen heeft AFIB [1]), ischemie, hyperthyreoidie. Risico: trombo-emboliën.

Detail van boezemfibrilleren met een snelle ventrikel-respons

Boezemfibrilleren wordt als volgt ingedeeld:

  • Eerste geregistreerde episode: indien boezemfibrilleren voor het eerst geregistreerd wordt.
  • Recidiverend boezemfibrilleren: na twee of meer episodes.
  • Paroxysmaal boezemfibrilleren: als recidiverend boezemfibrilleren telkens spontaan over gaat in sinusritme.
  • Persisterend boezemfibrilleren: indien een episode van boezemfibrilleren langer dan 7 dagen aanhoudt.
  • Permanent boezemfibrilleren: indien boezemfibrilleren aanhoudt ondanks een poging tot medicamenteuze of electrische cardioversie

Lone AF is boezemfibrilleren in patienten jonger dan 60 jaar zonder klinische of electrocardiografische aanwijzingen voor hart- en of longziekte. Deze patiënten hebben een gunstigere prognose ten aanzien van trombo-embolische events.

Non-valvulair boezemfibrilleren is boezemfibrilleren zonder aanwijzingen voor rheumatische hartklepziekte of bij patienten zonder mechanische hartklep of hartklep reparatie. [2]

Zie ook: