356
bewerkingen
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Een fenomeen dat op kan treden bij AV-blok of bijvoorbeeld ventriculaire extrasystolen in bigeminie, is een sinusaritmie geïnduceerd door de onregelmatige contractie van de kamers; dit wordt ook wel de ventriculofasische reflex genoemd (ventriculophasic reflex). Dit fenomeen is het eerst beschreven door Erlanger en Blackman in 1910 <cite>Erlanger</cite>. Er zijn diverse theorieën over dit fenomeen beschreven (o.a. door Wenckebach), maar de theorie van Rosenbaum en Lepeschkin uit 1955 <cite>Rosenbaum</cite> lijkt de meest geaccepteerde. | Een fenomeen dat op kan treden bij AV-blok of bijvoorbeeld ventriculaire extrasystolen in bigeminie, is een sinusaritmie geïnduceerd door de onregelmatige contractie van de kamers; dit wordt ook wel de ventriculofasische reflex genoemd (ventriculophasic reflex). Dit fenomeen is het eerst beschreven door Erlanger en Blackman in 1910 <cite>Erlanger</cite>. Er zijn diverse theorieën over dit fenomeen beschreven (o.a. door Wenckebach), maar de theorie van Rosenbaum en Lepeschkin uit 1955 <cite>Rosenbaum</cite> lijkt de meest geaccepteerde. | ||
Een positief chronotroop (versnellend) effect op de ventriculaire contractie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de spanning op het rechteratrium door het contraheren van de ventrikel. Een negatief chronotroop (vertragend) effect wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een vagale reflex veroorzaakt door stimulatie van de arteriële baroreceptoren door de drukgolf. De resultante van deze twee effecten bepaalt of het PP-interval dat de QRS-complexen begrenst korter is dan het PP-interval waarbij dat niet het geval is, of andersom (paradox-effect). | Een positief chronotroop (versnellend) effect op de ventriculaire contractie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de spanning op het rechteratrium door het contraheren van de ventrikel. Een negatief chronotroop (vertragend) effect wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een vagale reflex, veroorzaakt door stimulatie van de arteriële baroreceptoren door de drukgolf. De resultante van deze twee effecten bepaalt of het PP-interval dat de QRS-complexen begrenst korter is dan het PP-interval waarbij dat niet het geval is, of andersom (paradox-effect). | ||
De baroreflex stuurt zowel de sinusknoop aan als de AV-knoop, en in beide kan dus variatie optreden in de geleiding en impulsvorming naar aanleiding van ventriculaire extrasystolen en AV-blok, veroorzaakt door de veranderde samentrekking van de kamers. | De baroreflex stuurt zowel de sinusknoop aan als de AV-knoop, en in beide kan dus variatie optreden in de geleiding en impulsvorming naar aanleiding van ventriculaire extrasystolen en AV-blok, veroorzaakt door de veranderde samentrekking van de kamers. | ||
{{clr}} | {{clr}} |