Geleidingstijden

Uit ECGpedia
Versie door Vdbilt (overleg | bijdragen) op 19 sep 2007 om 08:44
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Vorige stap: Stap 2: Hartfrequentie | Volgende stap: Stap 4: Hartas


Auteur J.S.S.G. de Jong, MD
Co-Auteur {{{coauthor}}}
Moderator J.S.S.G. de Jong, MD
Supervisor
Lees meer over auteurschap op ECGpedia

PQ

De PQ tijd duurt van het begin van de boezemcontractie tot het begin van de kamercontractie
QRSwaves.jpg

De PQ tijd geeft aan hoe snel het electrisch signaal door de AV knoop (atrioventriculaire) wordt doorgegeven van de atria naar de ventrikels. Er wordt gemeten van het begin van de P top tot het begin van het QRS segment (kan dus ook de R zijn).

De normale PQ tijd ligt tussen de 0.12 en 0.20 seconde.

Een verlengde PQ tijd is een teken van een verslechtering van het geleidingssysteem. Er wordt dan gesproken van een 1e, 2e of 3e graads AV blok.

Een korte PQ tijd komt voor bij het WPW syndroom waarbij er naast de normale AV knoop een tweede snellere verbinding bestaat tussen de atria en de ventrikels.

QRS

De QRS duur geeft aan hoe snel de ventrikels depolariseren.

De ventrikels depolariseren normaal gesproken binnen 0.10 seconde. Als ze er langer dan 0.12 seconde over doen, spreek je van een Geleidingsvertraging (linker bundeltakblok of rechter bundeltakblok).

QT

De QT tijd geeft aan hoe lang het duurt tot de ventrikels zijn gerepolariseerd
en dus weer klaar zijn voor een nieuwe hartslag.
De normaalwaarde voor de QTc is: 440ms voor mannen en 450 ms voor vrouwen.
Het QT interval begint bij het begin van de Q golf en eindigt waar de raaklijn langs het laatste deel van de T golf de basislijn raakt. Klik op de afbeelding voor een vergroting

Het QT-inteval omvat het QRS-complex, het ST-segment, de T-golf en vertegenwoordigd ventriculaire depolarisatie en repolarisatie.

Bij een (ernstig) verlengde QT tijd duurt het lang voordat de hartspiervezels weer klaar zijn voor een nieuwe hartslag. Het kan dan voorkomen dat sommige vezels nog niet gerepolariseerd zijn, terwijl er wel al een hartslag 'aankomt' . Deze vezels kunnen vervolgens op een ongecontroleerd moment gaan depolariseren en zo aanleiding geven tot een torsade de pointes, een ventriculaire tachycardie.

Het QT interval is gedefinieerd als volgt: [1] de tijd tussen het begin van de Q tot het punt waar de steilste raaklijn langs de achterkant van de T top de basislijn raakt.

Het lastige is dat de QT tijd korter wordt naarmate de hartslag sneller is. Daarom bestaat bij iedere hartfrequentie een eigen maximale QT tijd. Dit probleem is op te vangen door de QT tijd te corrigeren voor de hartfrequentie (QTc). Dit gaat als volgt:

Formule QTc.png

bij een RR interval van 1 seconde (hartfrequentie 60/min) is QTc=QT

Met de QTc calculator hier rechts is de QTc tijd makkelijk uit te rekenen. <flash>file=QTc.swf|width=300|height=200|quality=best|align=right|salign=R||bgcolor=#FFF5F5</flash>

Op moderne ECG's staat de QTc aangegeven. Het omrekenen van QT naar QTc gaat altijd goed (tenzij de hartfrequentie verkeerd gemeten wordt). Het apparaat maakt wel vaak fouten bij het bepalen van de QT tijd. Het is dus belangrijk dit te controleren. Als de QT goed is gemeten door het apparaat, zal de QTc ook goed zijn.

Voor de QT tijd (dus niet gecorrigeerd voor de frequentie) is het lastig om een normaalwaarde aan te geven, aangezien die afhankelijk is van de hartfrequentie. De volgende formule geeft een indicatie voor de normaalwaarde:

Formule QTn nl.png

Lastige QT tijden

Bij sommige varianten van het QT interval is het soms lastig om de QT tijd te meten. Hier is een apart hoofdstuk aan gewijd: Het meten van lastige QT tijden.

Enkele Oorzaken van een verlengde QT tijd

  • Medicatie (o.a. anti-arrithmetica, tricyclische antidepressiva, phenothiazedes, zie Torsades.org
  • Erfelijke lange QT syndroom (LQTS)
  • Cerebraal (subarachnoidale bloeding, CVA, trauma)
  • Post infarct

Korte QT syndroom

Er bestaat ook een zeldzame vorm van korte QT syndroom, waarbij de QTc < 300ms is. Ook hierbij treed plotselinge hartdood op.[2]

Referenties

  1. LEPESCHKIN E and SURAWICZ B. The measurement of the Q-T interval of the electrocardiogram. Circulation. 1952 Sep;6(3):378-88. DOI:10.1161/01.cir.6.3.378 | PubMed ID:14954534 | HubMed [Lepeschkin]
  2. Gaita F, Giustetto C, Bianchi F, Wolpert C, Schimpf R, Riccardi R, Grossi S, Richiardi E, and Borggrefe M. Short QT Syndrome: a familial cause of sudden death. Circulation. 2003 Aug 26;108(8):965-70. DOI:10.1161/01.CIR.0000085071.28695.C4 | PubMed ID:12925462 | HubMed [Gaita]
  3. Bazett HC. An analysis of the time-relations of electrocardiograms. Heart 1920;7:353-370.

    [bazett]

Alle samenvattingen van Medline: PubMed | HubMed

<analytics uacct="UA-807577-1"></analytics>