Lastige QT

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hoe meet je de QT-tijd, als het QT-segment afwijkt van normaal?

Dr Surawicz, een van de uitvinders van de raaklijnmethode[1]. Ten tijde van deze foto in november 2006 was hij 89 jaar oud en nog actief.

Bij sommige varianten van het QT-interval is het soms lastig om de QT-tijd te meten. Hieronder staan een aantal voorbeelden van afwijkende QT-vormen, met daarbij een beschrijving hoe het QT-interval gemeten moet worden.

Over het meten van lastige QT-tijden verschillen de cardiologen onderling van mening. Lepeschkin beschreef als eerste de hieronder gebruikte raaklijnmethode (raaklijn = tangent in het Engels), die ook in het AMC gebruikt wordt. [1] Een andere veelgebruikte methode meet de QT-tijd tot het punt waar de T-top de basislijn raakt.

Algemene richtlijnen

  • Het meten van de QT-tijd doe je in afleiding II; in deze afleiding is de invloed van een eventuele U-golf op de T-golf het kleinste. Mocht afleiding II niet geschikt zijn dan is er eventueel voor te kiezen om afleiding V4 of V5 te gebruiken.
  • Trek een lijn door de basislijn; dat is de horizontale lijn van het ecg. Als de basislijn een golvende beweging maakt is dit lastig; te veel beweging maakt het betrouwbaar meten van de tijden onmogelijk. Bij lichte bewegingen probeer je zo netjes mogelijk een lijn te trekken; vaak is een lijn door het stukje tussen de P-top en het QRS-complex een goede keuze.
  • Trek een raaklijn over het steilste laatste deel van de T-golf. Wanneer de T-golf uit twee positieve of negatieve delen bestaat (alsof het kamelenbulten zijn) dan kies je voor het trekken van de raaklijn, de golf met de grootste amplitude van de twee. Wanneer de T-golf een positief deel en een negatief deel heeft (of andersom) dan kies je ook de golf met de grootste amplitude (zie voorbeeld 3, hierbij heeft de eerste van de twee delen van de T-top de grootste amplitude en wordt dus gebruikt voor het trekken van de raaklijn).
  • Het QT-interval begint bij het begin van het QRS-complex: het begin van de eerste deflectie (positief of negatief) van het QRS-complex.
  • Het QT-interval eindigt waar de raaklijn van de T-top de basislijn kruist.
  • De QT-tijd is het aantal milliseconden tussen het begin en het einde van het QT-interval.


Het corrigeren van de QT-tijd voor de hartfrequentie

  • De QT-tijd wordt vaak gecorrigeerd voor de hartfrequentie omdat bij een hogere hartfrequentie de QT-tijd korter moet worden, dit heet de QTc-tijd (corrected QT time)
  • Wanneer je zo precies mogelijk de QT-tijd wilt vaststellen gebruik je de Bazett-formule, Formule QTc.png, waarbij het RR-interval in seconden (!) wordt gegeven. Daarbij gebruik je de QT-tijd van een complex samen met het RR-interval van dat complex en het voorafgaande complex.
  • Bovendien gebruik je het liefst het gemiddelde van drie gecorrigeerde QT-tijden.
  • Bereken hier de QTc: <flash>file=QTc.swf|width=200|height=135|quality=best|align=right|bgcolor=#FFF5F5</flash>


Voorbeelden

De T-top is hier breed, maar de raaklijn raakt al eerder de basislijn. De QT-tijd is daardoor korter.
Het signaal keert na het einde van de T-top niet terug naar de basislijn. Toch moet de QT-tijd gemeten worden waar de raaklijn de basislijn ontmoet.
De T-top is bifasisch. De raaklijn aan de uitslag met de maximale amplitude wordt gebruikt. Dit kan per afleiding verschillen.


Referenties

  1. LEPESCHKIN E and SURAWICZ B. The measurement of the Q-T interval of the electrocardiogram. Circulation. 1952 Sep;6(3):378-88. DOI:10.1161/01.cir.6.3.378 | PubMed ID:14954534 | HubMed [Lepeschkin]