ICD: verschil tussen versies

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
301 bytes toegevoegd ,  3 jun 2018
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 20: Regel 20:
*'''Twee-kamersysteem''': met 1 draad in de rechterhartkamer en 1 draad in de rechterboezem.  
*'''Twee-kamersysteem''': met 1 draad in de rechterhartkamer en 1 draad in de rechterboezem.  
*'''Biventriculaire ICD''' (CRT-D): met 1 draad in de rechterhartkamer, 1 draad in de rechterboezem (in geval van geaccepteerd boezemfibrilleren, zal deze draad achterwege gelaten worden) en 1 draad in een ader die over de linkerhartkamer loopt (de sinus coronarius), waardoor ook de linkerhartkamer geactiveerd kan worden. Deze ICD's worden toegepast bij patiënten bij wie de linker- en rechterhartkamer niet tegelijk samenknijpen, waardoor er dyssynchronie ontstaat. Dit is met name evident bij een [[linker bundeltakblok|linkerbundeltakblok]]. Door de activatie van linker- en rechterhartkamer te synchroniseren kan de pompkracht van het hart verbeteren. Deze synchronisatie (CRT: cardiac resynchronization therapy) staat los van de therapie bij snelle ritmestoornissen die bij dit type ICD gelijk is aan die van een twee-kamersysteem.
*'''Biventriculaire ICD''' (CRT-D): met 1 draad in de rechterhartkamer, 1 draad in de rechterboezem (in geval van geaccepteerd boezemfibrilleren, zal deze draad achterwege gelaten worden) en 1 draad in een ader die over de linkerhartkamer loopt (de sinus coronarius), waardoor ook de linkerhartkamer geactiveerd kan worden. Deze ICD's worden toegepast bij patiënten bij wie de linker- en rechterhartkamer niet tegelijk samenknijpen, waardoor er dyssynchronie ontstaat. Dit is met name evident bij een [[linker bundeltakblok|linkerbundeltakblok]]. Door de activatie van linker- en rechterhartkamer te synchroniseren kan de pompkracht van het hart verbeteren. Deze synchronisatie (CRT: cardiac resynchronization therapy) staat los van de therapie bij snelle ritmestoornissen die bij dit type ICD gelijk is aan die van een twee-kamersysteem.
*'''Subcutane ICD''' (SQ-ICD): hierbij zit de draad van de ICD onder de huid en niet in het hart. Dit is een nieuwe ontwikkeling en deze ICD's worden momenteel alleen in onderzoeksverband geplaatst. Deze ICD is niet geschikt voor mensen met symptomatische bradycardie, ventriculaire tachycardieën die door anti-tachypacing (overpacen) getermineerd kunnen worden of een reeds geïmplanteerde pacemaker met unipolaire lead(s). Deze ICD bevat geen pacemakerfuncties.
*'''Subcutane ICD''' (SQ-ICD): hierbij zit de draad van de ICD onder de huid en niet in het hart. Deze ICD is niet geschikt voor mensen met symptomatische bradycardie, ventriculaire tachycardieën die door anti-tachypacing (overpacen) getermineerd kunnen worden of een reeds geïmplanteerde pacemaker met unipolaire lead(s). Deze ICD bevat geen pacemakerfuncties.


Bijna alle ICD's hebben ook een pacemakerfunctie. Dat wil zeggen dat ze een te trage hartslag niet zullen accepteren. Vaak staat deze vrij laag, rond de 40/min. afgesteld. Mocht de eigen hartfrequentie hieronder terecht komen, dan grijpt het pacemakercircuit van de ICD in door het hart te pacen. De ICD werkt dan als een pacemaker.
Bijna alle ICD's hebben ook een pacemakerfunctie. Dat wil zeggen dat ze een te trage hartslag niet zullen accepteren. Vaak staat deze vrij laag, rond de 40/min. afgesteld. Mocht de eigen hartfrequentie hieronder terecht komen, dan grijpt het pacemakercircuit van de ICD in door het hart te pacen. De ICD werkt dan als een pacemaker. Bij een pacemaker afhankelijke drager zal de pacemaker meestal hoger,conform de behoeften worden ingesteld al dan niet in combinatie met een sensor die ook bij inspanning de drager van een passende hartfrequentie kan voorzien.
Bij de CRT-D (en CRT-P) is het doel een zo hoog mogelijk percentage pacing te bereiken (>97%) om de drager zoveel mogelijk van de resynchronisatie te kunnen laten profiteren.




10

bewerkingen

Navigatiemenu