Ritme

Uit ECGpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Vorige stap: Grondbeginselen | Volgende stap: Stap 2: Hartfrequentie


Auteur J.S.S.G. de Jong, MD
Co-Auteur
Moderator I.A.C. van der Bilt, MD
Supervisor
Lees meer over auteurschap op ECGpedia

Het normale hartritme is sinusritme. Dat wil zeggen dat het ritme zijn oorsprong heeft in de sinusknoop, de snelste, fysiologische impulsgenerator van het hart. De sinusknoop (SA-knoop) bevindt zich in het dak van het rechteratrium. Als de sinusknoop vuurt depolariseert eerst het rechteratrium, daarna het linkeratrium, vervolgens de AV(atrioventriculaire)-knoop en via de bundel van HIS en het geleidingssysteem worden de ventrikels vervolgens gestimuleerd.

Met deze kennis is het vrij eenvoudig om sinusritme te herkennen op het ecg.

De eigenschappen van normaal sinusritme (zie ook Grondbeginselen):
  • Een P-top (boezemcontractie) gaat vooraf aan het QRS-complex
  • Op iedere P-top volgt een QRS-complex
  • Het ritme is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling
  • De frequentie ligt tussen de 60 en 100/minuut.
  • De maximale hoogte van de P-top is 2,5 mm in II en/of III
  • De P-top is positief in II en AVF, en bifasisch in V1

De laatste twee definities komen aan bod in het hoofdstukje P-top-morfologie.

Hartritmes die geen sinusritme zijn komen aan bod in het hoofdstuk ritmestoornissen.

Sinusaritmieën

Er bestaan een aantal afwijkende vormen van sinusritme:

Voorbeelden